unit 6 (exam) Flashcards
a team mate
een ploegmaat
a team sport
een teamsport
to train
trainen
to play badminton
badminton spelen
to do ballet
aan ballet doen
to dive
duiken
to do athletics
atletiek beoefenen
to do gymnastics
turnen
to do karate
karate beoefenen
to play ice hockey
ijshockey spelen
to play football
voetballen
to play tennis
tennissen
to play volleybal
volleybal spelen
to go running
gaan lopen
to skate
skaten, schaatsen
to work out
fitnessen
to play in a band
in een muziekgroep spelen
to dance
dansen
to folk dance
volksdansen
to sing
zingen
to go to a dance festival
naar een dans festival gaan
a musical instrument
een muziekinstrument
to play music
muziek spelen
to play the guitar
gitaar spelen
to act
acteren
to go to a youth club meeting
naar de jeugdbeweging gaan
to go to the movies
naar de film gaan
to join a youth movement
bij een jeugdbeweging aansluiten
to play snooker
snooker spelen
an outdoor activity
een buitenactiviteit
to cycle
fietsen
to fish
vissen
to hike
trekken
to jog
joggen
to ride a horse
paardrijden
to take photographs
foto’s nemen
photography
fotografie
to play a board game
een bordspel spelen
to do pottery
pottenbakken
to watch cartoons / films
naar tekenfilms / films
to watch a soap
naar een soap kijken
to read comics / books
stripverhalen / boeken lezen
to do a crossword puzzle
een kruiswoordraadsel maken
to draw
tekenen
to listen to music
naar muziek luisteren
to play chess
schaken
to surf the Net
surfen op het internet