unit 1 Flashcards
1
Q
schilderachtig
A
picturesque
2
Q
schilderachtig
A
scenic
3
Q
fascinerend
A
fascinating
4
Q
intrigerend
A
intriguing
5
Q
ontzagwekkend
A
awe-inspiring
6
Q
adembenemend
A
breathtaking
7
Q
boeiend
A
captivating
8
Q
oogverblindend
A
dazzling
9
Q
indrukwekkend
A
dramatic
10
Q
groots
A
magnificent
11
Q
fenomenaal
A
phenomenal
12
Q
verbazingwekkend
A
amazing
13
Q
sensationeel
A
sensational
14
Q
schitterend
A
splendid
15
Q
opvallend
A
striking
16
Q
opmerkelijk
A
remarkable
17
Q
magisch
A
magica
18
Q
wonderbaarlijk
A
wondrous
19
Q
legendarisch
A
epic
20
Q
opwindend
A
thrilling
21
Q
opwindend
A
exctiting
22
Q
vermakelijk
A
entertaining
23
Q
inspirerend
A
inspiring
24
Q
enthousiast zijn over iets
A
to be keen on
25
Q
staan popelen
A
to be eager to
26
Q
onder de indruk
A
to be impressed by
27
Q
zeer gelukkig zijn over iets
A
to be over the moon
28
Q
overrompelt
A
to be overwhelmed by
29
Q
zeer gelukkig enthousiast zijn over
A
to be thrilled about
30
Q
niet kunnen wchten om iets te zien
A
can’t wait to
