Typologie

Question 1

Wat zijn de vragen om de typologie te bepalen

Answer 1

1. Is er een dominante relatie tussen geld en goederen?
2. Is er sprake van een omzettingsproces?
3. Is er sprake van een markt?

Question 2

Benoem de 4 hoofdsoorten typologie

Answer 2

Handel
Productie
Dienstverlening
Overheid

Question 3

Welke 2 soorten handel zijn er

Answer 3

Verkopen tegen contante betaling
Verkopen op rekening

Question 4

Noem de 4 soorten productie

Answer 4

Productie op voorraad
Massamaatwerk
Agrarische en extractieve bedrijven
Productie op order

Question 5

Benoem de 3 soorten dienstverlening

Answer 5

• Dienstverlening met beperkte goederenbeweging
• Dienstverlening met beschikbaar stelling van ruimtelijke of elektronische capaciteit
• dienstverlening met beschikbaarstelling van kennis en kunde

Question 6

Benoem de 2 soorten dienstverlening met een beperkte goederenbeweging

Answer 6

Beweging van eigen goederen
Beweging van goederen van derden

Question 7

Benoem de 3 soorten dienstverlening met beschikbaarstelling van ruimtelijke of elektronische capaciteit

Answer 7

• beschikbaar stelling van specifiek ruimtelijke capaciteit
• beschikbaarstelling van niet specifiek ruimtelijke capaciteit
• beschikbaarstelling van elektronische capaciteit

Question 8

Geef de 4 typen dienstverlening met beschikbaar stelling van kennis en kunde

Answer 8

1. Verkoop van manuren
2. Exploitatie van intellectuele eigendom
3. Verkoop van financiele producten
4. Exploitatie van een digitale marktplaats

Question 9

Benoem alle soorten subtypologieën (16)

Answer 9

Handel; tegen contante betaling & op rekening
Productie; massamaatwerk, productie op order, agrarische en extractieve bedrijven & productie op voorraad
Overheid en niet commerciële organisaties
Dienstverlening; met beperkte goederenbeweging (van eigen goederen OF goederen van derden), met beschikbaar stelling van ruimtelijke of elektronische capaciteit (specifiek, niet specifiek & elektronisch) en beschikbaarstelling van kennis en kunde (verkoop van manuren, exploitatie van intellectuele eigendom, verkoop van financiële producten & exploitatie van digitale marktplaats)

Question 10

Waar vallen; supermarkt, warenhuis, tankstation onder

Answer 10

Handel verkoop tegen contante betaling

Question 11

Waar vallen groothandelsondernemingen en e-commerce bedrijven onder

Answer 11

Handel verkoop op rekening

Question 12

Waar vallen; steenfabrieken, papierfabrieken, bierbrouwerijen onder

Answer 12

Productie op voorraad

Question 13

Waar vallen; kleding massamaatwerk en auto-assemblage onder

Answer 13

Massamaatwerk productie

Question 14

Waar vallen; melkveehouderij, waterzuivering, gaswinning en mijnbouw onder

Answer 14

Agrarische en extractieve bedrijven (productie)

Question 15

Waar vallen; vliegtuigbouw, scheepsbouw en filmproducent onder

Answer 15

Productie op order

Question 16

Waar vallen restaurants en uitgevers onder

Answer 16

Dienstverlening met beperkte beweging van eigen goederen

Question 17

Waar vallen reparatie bedrijven, veilingen en wasserijen onder

Answer 17

Dienstverlening met beperkte goederen beweging van derden

Question 18

Waar vallen hotels, ziekenhuizen, luchtvaartmaatschappijen en taxibedrijven onder

Answer 18

Dienstverlening beschikbaarstelling van specifiek ruimtelijke capaciteit

Question 19

Waar vallen zwembaden, festivals, musea en bioscopen onder

Answer 19

Dienstverlening met beschikbaarstelling van niet specifiek ruimtelijke capaciteit

Question 20

Waar zijn telecombedrijven, cloud service providers en internet service providers voorbeelden van

Answer 20

Dienstverlening met beschikbaarstelling elektronische capaciteit

Question 21

Waar zijn accountants en advocaten voorbeelden van

Answer 21

Dienstverlening met beschikbaarstelling van kennis en kunde verkoop van manuren