Tweede Wereldoorlog Flashcards

1
Q

Oorzaken Tweede Wereldoorlog

A
  • Ontevredenheid verdrag van Versailles
  • Armoede en werkloosheid
  • Behoefte aan wraak voor WO1
  • Nationalisme
  • Agressieve gebiedsuitbreiding (Heims ins Reich + Anschluss + Lebensraum)
  • Ideologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Blitzkrieg

A

Duitsland veroverde heel snel (als een Blitz) de volgende landen: Nederland, België, Luxemburg, Denemarken, Noorwegen en Frankrijk in 1940/41. Dit door een combinatie van tanks, vliegtuigen en artillerie die snel bewogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bombardement Rotterdam

A

Om Nederland tot overgave te dwingen bombardeerde Duitsland het neutrale Nederland. Het Nederlandse leger gaf zich over nadat de Duitsers dreigden met het bombarderen van de andere grote steden (Den Haag, Amsterdam, Utrecht etcetera).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Battle Of Britain

A

De luchtoorlog om Engeland nadat Frankrik zich had overgegeven (Engeland wint) - 1940

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sovjet-Unie

A

Communistisch Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Operatie Barbarossa

A

De Duitse inval van de Sovjet-Unie 1941

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pearl Harbour

A

Aanval van Japan op Amerika (Hawaï)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bondgenootschappen

A

Geallieerden en AS mogendheden (Duitsland, Italië en Japan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wereldoorlog

A

De aanval van Japan op Amerika maakte van de oorlog een echte wereldoorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Genocide

A

Volkerenmoord (op het Joodse volk bijvoorbeeld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Japan tijdens WO2

A

Japan veroverde vele Aziatische landen die koloniën waren van Europa (bijvoorbeeld Indonesië)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Jappenkamp

A

De Europeanen die gevangen werden genomen, kwam terecht in Jappenkampen (concentratiekampen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Duitse bezetting van Nederland

A

1940 begon de Duitse bezetting. De Nederlanders kozen verzet, collaboratie (samenwerken met de bezetter) of accommodatie (gewoon doorgaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Slag bij Stalingrad

A

Duitse troepen worden omsingeld in 1942-1943

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

D-Day

A

Amerikanen landen in Frankrijk 1944.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Holocaust

A

Genocide van het Joodse volk

17
Q

Belangrijke jaartallen

A

1939 - Begin van de oorlog
1940 - Inval Nederland
1941 - Februaristaking - Duitse aanval Sovjet-Unie - Japanse aanval Pearl Harbour
1942 - Japan bezet Nederlands-Indië
1943 - Slag om Stalingrad
1944 - D-Day
1944-1945 - De Hongerwinter
1945 - Val van Berlijn
1945 - Bevrijding

18
Q

Februaristaking

A

Staking van de Nederlanders naar aanleiding van de Jodenvervolging

19
Q

De Hongerwinter

A

De ene helft van Nederland is bevrijd, de andere helft heeft nog een moeilijke winter waartijdens honger uitbreekt.

20
Q

Winston Churchill

A

Winston Churchill: Premier van Groot-Brittannië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

21
Q

Roosevelt

A

Roosevelt: President van de VS tijdens de Tweede Wereldoorlog.

22
Q

Stalin

A

Stalin: Leider van de Sovjet-Unie tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

23
Q

Anne Frank

A

Anne Frank: Joods meisje dat een dagboek schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog.

24
Q

Wilhelmina

A

Wilhelmina: Koningin van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

25
Q

Soekarno

A

Soekarno: Leider die Indonesië onafhankelijk maakte van Nederland.