Europa en de wereld (1945-1989) Flashcards

(44 cards)

1
Q

Kenmerken VS

A

Democratie, individualisme en kapitalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken Sovjet Unie

A

Communisme, Totalitaire (partij) Dictatuur, planeconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IJzeren Gordijn

A

Zwaar bewaakte grens tussen de oostbloklanden en westerste landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tweedeling Europa

A

Aan de ene kant het kapitalistische westen en aan de andere kant communisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Satelietsstaat

A

Staat waar een ander land veel invloed heeft en de regeringsvorm bepaalde (zoals Hongarije voor de Sovjet-Unie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Containmentpolitiek

A

Militaire steun om het Communisme klein te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Marshallhulp

A

Economische steun om het Communisme klein te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

EGKS

A

Europese Gemeenschap Kolen en Taal - landen die deelnemen beheren samen de handel in kolen en staal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

EEG

A

Europese gemeenschap - uitbreiding van de EGKS (1957)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

EG

A

Europese Gemeenschap (1967)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Internationale samenwerking

A

VN (met de veiligheidsraad) om conflicten op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dekolonisatie

A

Het onafhankelijk worden van kolonies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Politionele acties

A

(1947-1948) Militair ingrijpen, was een succes maar veel landen keerden zich tegen Nederland. De strijd werd uiteindelijk gestaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Luchtbrug

A

De invoerroutes naar Berlijn werden in 1948 door de Sovjet-Unie geblokkeerd, voedsel werd door de lucht aangevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hongaarse opstand (1956)

A

De Hongaren wilden onafhankelijk worden van de Sovjet-Unie na de dood van Stalin. Maar de Sovjet-Unie greep hard in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Berlijnse muur (1961)

A

Om de vlucht van Duitsers van Oost naar West te stoppen liet Chroestjov een muur bouwen door Berlijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cubacrisis (1962)

A

De Sovjet-Unie wilde raketten op Cuba. De VS niet. De crisis leidde bijna tot oorlog maar de boel liep net met een sisser af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Praagse Lente (1968)

A

De Tsjechen wilden het Communisme licht hervormen. De Sovjet-Unie greep hard in.

19
Q

NAVO

A

Noord Atlantische Verdragsorganisatie. Van het westen.

20
Q

Warschauwpact

A

Militaire organisatie van het oosten.

21
Q

Glasnost

A

Openheid (van Gorbatsjov)

22
Q

Perestrojka

A

Hervormingen (van Gorbatsjov)

23
Q

Wederopbouw

A

Om Nederland weer opnieuw op te bouwen moesten de schouders er onder: lange werkdagen, hard werken.

24
Q

Oliecrisis

A

Door hogere olieprijzen kwam de Nederlandse economie onder druk te staan in de jaren ‘70 en ‘80

25
Economische situatie jaren '60
Groeiende welvaart Stijgende individualisme Ontstaan consumptiemaatschappij
26
Economische situatie jaren '70/80
Oliecrisis Globalisering (banen naar het buitenland) Hoge uitgaven werkloosheid
27
Gastarbeider
Door het stijgende aanbod in ongeschoold werk kwamen in de jaren Turken, Marokkanen, Grieken en Italianen naar Nederland om hier te werken
28
Jongerenculturen
Vanaf de jaren '50 ontwikkelen jongeren eigen culturen: nozems, hippies en Provo's.w
29
Tweede Feministische golf
Vrouwen eisen zelfde kansen in de maatschappij, er is sprake van stijgende seksuele vrijheid
30
Ontzuiling
De zuilen verdwijnen uit de samenleving
31
Sociale grondrechten
- Recht op onderwijs - Recht op gezondheidszorg - Recht op wonen
32
Populisme
Politieke beweging die opkomt voor het gewone volk. Ze wijzen op de ontstane integratieproblematiek.
33
Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
34
Willem Drees
Minister President, verantwoordelijk voor het sociale vangnet
35
Soekarno
Eerste President van Indonesië
36
Juliana
Koningin tijdens de soevereiniteitsoverdracht
37
Soevereiniteitsoverdracht
Het overdragen van het bestuur van een land aan een ander land (Nederland aan Indonesië)
38
Beatrix
Koningin van Nederland vanaf 1980
39
John F. Kennedy
President van Amerika tijdens de Cubacrisi
40
Chroesjtjov
Leider van de Sovjet-Unie tijdens de Hongaarse opstand en de bouw van de Berlijnse muur
41
Reagan
President van de VS in de jaren '80. Er kwam onder zijn leiding een einde aan de Koude Oorlog.
42
Gorbatsjov
Leider van de Sovjet-Unie tijdens haar val. Hij wilde meer openheid (Glasnost) en hervormingen (Perestrojka) wat uiteindelijk leidde tot de val van de Sovjet-Unie.
43
Belangrijkste Jaartallen
1945 Einde WO2 1947 Politionele acties 1948 Tweede politionele acties 1949 Soevereiniteits overdracht 1956 Hongaarse opstand 1961 Bouw Berlijnse muur 1962 Cubacrisis 1968 Praagse Lente 1983 1989 Val van de Berlijnse muur
44