TV Flashcards
Welke kleppen zijn meer apicaal verplaatst bij een morbus ebstein?
Posterior en septaal, anterior niet.
Wat is een ander woord voor de septale klepblad?
mediale klepblad
Wat is een ander woord voor de anterior klep?
Anterosuperior
Wat is een ander woord voor de postior klep?
De inferiorklep
Welke klep is meestal het grootst?
de anterior (ook wel anterosuperior klep)
wat zijn o.a. comorbiditeiten bij een morbus ebstein?
- ASD
- VSD
- PS
- ccTGA
Wanneer spreek je van een morbus ebstein?
wanneer de aanhechting van het septale klepblad tov het voorste MV klepblad geindexeerd > 8 mm/m² is.
Normaal is 0-10 mm, morbus ebstein bij 7-50 mm
Wat zijn de anatomische/echografische gevolgen van een m. ebstein?
matige tot ernstige TI met als gevolg volume belasting voor RA en RV. Verminderde transportfunctte van zowel RA en RV
Wat is een TV-prolaps?
syst. doorbolling van 1 of meerdere klepbladen boven de annulus uit het RA in. Komt minder vaak voor dan MVP.
Minimaal de 4CH en 5CH nodig om TVP uit te sluiten.
Waar moet je op letten bij een MVP?
op een TVP, bij een kwart komt ook een TVP voor.
hoe uit een tricuspidalisatresie zich en wat zijn evt comorbiditeiten?
Geen aanleg of doorgang TV, onderontwikkelde RV. Er moet een shunt ontstaan, anders niet levensvatbaar, meestal ASD en vaak een VSD. Echocardiografisch een dikke echogene band ipv TV. Soms zijn enkele klepstructuren zichtbaar.
Wat zijn de gevolgen van een TS?
Drukbelasting voor RA en Vena cavae, waardoor de VCI een verminderde collaps krijgt en de RA dilateerd.
Waardoor ontstaat een TS?
Komt weinig voor, meestal aangeworven, bv door carcinoïd of löfflers endocarditis, endocarditis van TV, PM-endocarditis of PM-leadadhesie. Ook serotonine uit de lever (bij carcinoïd) kan het rechterharthelft aantasten. Het veroorzaakt een neerslag van fibreus weefsel op het endocard. Hierdoor verstrijft en verdikt het endocard en dit zie je aan de TV: Meestal gering stenotisch en meestal ernstig insufficiënt, vrijwel gefixeerd klepostium met bolle klep en amper beweging.
PS kan hierdoor ook ontstaan.
Hoe beoordeel je de ernst van een TS? (5)
- RA-grootte meten.
- Doppler-piekdrukverschil: normaal niet vaak over de 0.7 m/s.
- Gemiddelde drukverschil: normaal < 2 mmHg. Belangrijk drukverschil >= 5 mmHg
Afhankelijk van duur diastole en daarmee de hartfrequentie. HF daarbij benoemen. - P1/2T. Hemodynamisch belangrijk >190 ms.
- Ostiumopp met continuiteitsvergelijking: (220/P1/2T) alleen indien geen TI is, anders niet nauwkeurig. <= 1 cm² is afwijkend.
Bij welke ademhaling meet je een TS? Waarom?
Bij uitademing.
Flowsnelheden nemen bij inademing toe.