Tumoren Flashcards

1
Q

adenoom

A

benigne epitheel neoplasie, vooral in colon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

papilloom

A

benigne epitheel neoplasie die vertakkend groeit, vooral in hoofd-hals gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dysplasie

A

premaligne tumor, celgroei en celdifferentiatie is verstoord; vaak door chronische celschade en is in het begin nog reversibel; nog niet invasief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

carcinoma in situ

A

premaligne tumor, celdifferentiatie én groei is al verstoord maar is nog niet invasief (breekt niet door het basaalmembraan heen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

carcinoom

A

maligne epitheliale tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

adenocarcinoom

A

afkomstig van kubisch of cilindrisch epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

plaveiselcelcarcinoom

A

afkomstig van plaveiselepitheel en maakt hoorn n keratine -> desmosomen raken verbindweefseld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ongedifferentieerd carcinoom

A

zo weinig uitrijping van cellen dat het niet mogelijk is histologisch de herkomst te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sarcoom

A

tumoren afkomstig van het steunweefsel (bot, kraakbeen, bindweefsel, spiercellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

osteoom

A

sarcoom in bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sarcoom in kraakbeen

A

chondrosarcoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sarcoom in bindweefsel

A

fibrosarcoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sarcoom in glad spierweefsel

A

leiomyosarcoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sarcoom in dwarsgestreept bindweefsel

A

rhabdomyosarcoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

lymfoom

A

hematologische tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

functionele eenheid mamma

A

lobulus

17
Q

desmoplasie

A

bindweefselvorming in een tumor, hierdoor krijg je harde knobbels

18
Q

klachten coloncarcinoom

A

vaak asymptomatisch, maar mogelijk dingen met obstructie en rectaal bloedverlies (-> anemie)

19
Q

familiaire adenomateuze polyposis

A

erfelijke ziekte waardoor er veel meer poliepen ontstaan in het colon; deze zijn dysplastisch en hebben kans om uit te groeien tot carcinomen

20
Q

waar ontstaan de meeste afwijkingen in cervixepitheel?

A

bij de overgang van ectocervix (plaveiselepitheel) naar de endocervix (cilindrisch epitheel)

21
Q

tumoren herkennen

A

aan de polymorfe cellen, alle cellen hebben verschillende kenmerken

22
Q

adenomen en adenocarcinomen structuur

A

vormen buisstructuren

23
Q
A