Cytogenetica Flashcards
wat vertelt een elektroforese blot over een eiwit:
- de positie van de band
- de intensiteit
- het aantal verschillende banden
- de grootte van het eiwit
- de hoeveelheid van dat eiwit
- hoeveel verschillende vormen van het eiwit er zijn, of verschillende eiwitten die met hetzelfde antilichaam reageren
startcodon
AUG (methionine)
stopcodons
UAA, UAG en UGA
regel van Kozak
de meest efficiënte translatiestart is met een purine (A of G) op het 3e nucleotide vóór het startcodon, dan 2 C’s en een G gelijk na het startcodon (de purine en de G zijn het belangrijkst:
PuCCAUGG
open leesraam
een startplaats gevolgd door een serie codons zonder stopcodon, lang genoeg zodat het bijvoorbeeld een eiwit kan vormen
TATA
transcriptie start
AATAAA
poly-adenylerings signaal
waar ligt het promotorgebied van een gen op een stuk DNA?
stroomopwaarts van de transcriptie-start (TATA)
van waar tot waar loopt het primaire transcript?
van TATA tot AATAAA
welke basenparen vormen samen het rijpe mRNA?
alle basenparen in de exonen tussen start en stopcodon
cDNA
een dubbelstrengig DNA dat in basevolgorde overeenkomt met een rijp mRNA, wordt gemaakt dmv reverse transcriptase enzym
verschil genomisch DNA en cDNA
genomisch heeft een promoter en intronen, cDNA bestaat uit alleen exonen (want hetzelfde als mRNA)
moleculaire hybridisatie
de vorming van een dubbele helix uit twee enkelstrengige nucleïnezuren met een homologe nucleotidevolgorde
DNA probes
stuk enkelstrengig DNA dat kan hybridiseren met een specifiek ander stuk DNA of RNA; deze is vaak fluorescerend gemarkeerd, zo kunnen bepaalde genen zichtbaar worden gemaakt
benodigdheden voor polymerase-reactie bij PCR
buffers en zouten; DNA-substraat; een primer; polymerase-enzym; deoxyATP, -TTP, -CTP en GTP (de 4 bouwstenen in de trifosfaatvorm)