tt vragen Flashcards
Diagnostische cyclus
Klachten analyse (anamnese)
Probleem analyse (test zelf)
Diagnose stelling (resultaten)
Indicatie stelling (behandeling)
Titreren
Het instellen van de optimale dosering
Tolerantie
Het afnemen van een gewenst of ongewenst effect bij chronisch toedienen van middel
Beta (EEG)
Lage pieken, minder diepe dalen die elkaar snel opvolgen. Drugs kan deze actieve cortex veroorzaken
Alfa (EEG)
Hoge pieken en diepe dalen die elkaar snel opvolgen. Treedt op bij ontspanning
Theta (EEG)
Hoge pieken en diepe dalen, volgen elkaar TRAAG op. Treedt op bij slaap of meditatie
FMRI hemoglobine
Meet zuurstof gehalte in bloed. Als neuronen zuurstof gebruiken, zetten zij oxyhemoglobine om in deoxyhemoglobine (dat magnetisch is) De hemoglobine wordt als een natuurlijke CONTRAVLOEISTOF GEGBRUIKT
Waar is de mate van spontaan herstel van afhankelijk?
Ernst, locatie en etiologie (oorzaak) van het letsel
(gedrag) Transfer & Generalisatie
Het aangeleerde gedrag kan je ook in een andere situatie toepassen
Knowledge of results (leren)
Verbale informatie over de mate waarin het leerdoel is behaald. Hierdoor kan het leerproces bijgestuurd worden en makkelijker verlopen
Grijze stof bij MRI
Cellichamen van neuronen (hoeveel van de hersenen bestaat uit neuropil)
Witte stof bij MRI
Axonen (hoeveel van de hersenen bestaat uit bedrading)
Welke receptoren worden gestimuleerd bij roken
Acetylcholinereceptoren raken overgevoelig
desensitatie
Herhaald gebruik van de stof heeft de receptoren ongevoelig gemaakt. Je hebt het middel nodig om normaal te kunnen leven.
Sensitatie
Gevoeliger worden van de receptoren (door associatief leren). Hierdoor kunnen cues tot cravings leiden (kroeg + roken)
Eerste visueel verwerkingsstadium
- Postsensorische analyse (vorm, kleur, textuur) perspectiefafhankelijk - de ventrale ‘wat’
Tweede visueel en derde verwerkingsstadium
- PerspectiefONafhankelijk (je herkent het object ongeacht vanaf welke kant je hem bekijkt)
3e stadium. Perceptie + semantische kennis gekoppeld. Verwachtingen+motivatie
Episodisch geheugen
Herinneringen
Semantisch geheugen
Kennis
Declaratief (expliciet) geheugen
Alle herinneringen en kennis die bewust kunnen worden opgehaald
Niet declaratief (impliciet) geheugen –> procedureel
Alle informatie die we onbewust weten hoe dit uit te voeren (fietsen, schrijven)
Psychogene amnesie + welke 2 hersengebieden hebben hier schade aan?
Geheugenstoornis zonder organische oorzaak (vaak door stress, trauma of depressie)
Amygdala en Ventromediale PFC speelt een rol (ook gekoppeld aan PTSS)
(Model van aandacht)
Vigilantie netwerk + 4 gebieden
functie: alertheid
Omvat de:
- hersenstam,
- locus coeruleus,
- thalamuskern
- rechter hemisfeer
Mentale Lexicon + welke 3 typen informatie omvat dit
Het semantische geheugen waarin we woorden/uitdrukkingen opslaan
(60.000 woorden)
omvatten 3 typen informatie:
- Betekenis eigenschappen
- Grammaticale eigenschappen
- Vorm eigenschappen
Bottom-up aandacht
Aandacht wordt PLOTSELING getrokken.
Bijvoorbeeld een flits of een knal in stille omgeving
Top-down
Aandacht is selectief en wordt door persoon zelf aangestuurd.
Bijvoorbeeld oversteken op een weg
Embolie
Samenklontering van bloedplaatjes of losgeschoten fragmenten van verkalking
Contusio cerebri
Hersenkneuzing. Langer dan 15 min. buiten bewustzijn. Vergeetachtigheid duurt langer dan uur.
Commotio cerebri
Hersenschudding. Duurt niet langer dan 15 min. Vergeetachtigheid