Begrippen vanuit brightspace Flashcards
Verklarende woordenlijst
Abulie
Gebrek aan wilskracht
Acalculie
Onvermogen om te rekenen
Afaticus
Persoon die een afasie (taalstoornis) heeft
Aggravatie
Klachten erger voorstellen dan dat ze zijn.
Aggregatie
Samenvoegen
Agrafie
Onvermogen om te schrijven
Akinesie
Onvermogen om te bewegen
Alexia
Onvermogen om te lezen
Amyloïd angiopathie
Erfelijke vorm van een ziekte aan bloed- of lymfevaten die leidt tot hersenbloedingen uit kleine bloedvaten die amyloïd bevatten
Amyloïd-B-eiwit (plaques)
Een eiwit waarvan de functie nog niet helemaal duidelijk is. Het is de belangrijkste component van pathologische afwijking bij de ziekte van Alzheimer
Anamnese
Het uitvragen van de ziekte geschiedenis bij een patient
Anomie
Het niet kunnen benoemen van voorwerpen
Anosodiaphorie
Het niet inzien van de ernst van een situatie door de patiënt
Anosognosie
Het niet herkennen van een stoornis of ziekte door de patiënt zelf
Anterograde geheugen
Voorwaarts (na hersentrauma)
Apraxie
Onvermogen om doelbewuste bewegingen te maken terwijl er geen sprake is van verlamming.
Bijvoorbeeld onvermogen om bewegingen op commando uit te voeren, bewegingen te imiteren, voorwerpen te gebruiken, gebaren te maken en bewegingen te plannen.
Aprosodie
onvermogen om taal een emotionele lading te geven.
Bijvoorbeeld het benadrukken, toonverschillen, ritme enz.
Arteria basilaris
Slagader in het midden van de hersenbasis
Arteria cerebri anterior
Hersenslagader die het voorste gedeelte van het brein van bloed voorziet
Arteria cerebri posterior
Hersenslagader die het achterste gedeelte van het brein van bloed voorziet.
Arteriolen
Kleine bloedvaten
Atherosclerose
Progressieve vernauwing van slagaders door een verharding/verkalking van de vaatwand. Hierdoor wordt de doorbloeding belemmerd en bestaat er een grotere kans op afsluiting van de vaten door bloedstolsels.
Atone aanval
Aanval gekenmerkt door plotse spierslapte. Het bewustzijn is meestal kort afwezig. Deze aanval behoort tot gegeneraliseerde aanvallen.
Axotomy
Vernietiging of het doorsnijden van een axon.
Balintsyndroom
Syndroom dat wordt gekenmerkt door:
- optische ataxie (onvermogen om naar objecten te reiken)
- optische apraxie (onvermogen om vrijwillige oogbewegingen te maken
- simultaanagnosie (onvermogen om tegelijkertijd meer dan een object waar te nemen)
Dit syndroom komt voor bij mensen die bilaterale schade aan de Posterior Pariëtaal Cortex
Barthel Index
Een maat voor de zelfredzaamheid van een geriatrische patiënt, gericht op algemene dagelijkse levensverrichtingen (lijkt op mmse)
Basale ganglia
hersenkernen die zich bevinden in het onderste deel van de hersenen en nauw betrokken zijn bij de coördinatie van bewegingen (Caudat nucleus, putamen, globus pallidus)
Bloed-hersenbarrière
Een membraan, waardoor het bloed niet de hersenen kan bereiken
Bourdontest
Neuropsychologische test om de volgehouden aandacht te meten
Bradyfrenie
Traagheid van het denkvermogen
Buccofaciale apraxie
Aandoening waarbij de patiënt geen opdrachten kan uitvoeren die betrekking hebben op de lippen, mond en tong zonder dat er sprake is van een verlamming
capillair
kleinste bloedvat
Cerebrale anoxie
Zuurstof gebrek in de hersenen
Cingulate Gyrus
Een winding in het midden van het brein. Het omhult het Corpus Callosum tot aan de Cingutale Gyrus. Het corticale gedeelte wordt de Cingulate Cortex genoemd –> het is betrokken bij het vormen en verwerken van emoties, het leren en het geheugen
Cirkel van Willis
Kring van bloedvaten centraal in het hoofd die de bloedvaten van de linker en rechterkant met elkaar verbind en de bloedvaten van de voor en achterkant.
Clonische fase
Fase bij tonisch-clonisch epilepsie waarbij er sprake is van heftige spierschokken.
Commotio Cerebri
Hersenschudding
Co-morbiditeit
Het gelijktijdig voorkomen van 2 of meer aandoeningen zoals depressie en OCD
Cryptogene
van onbekende oorzaak
Confabulatie
Het verzinnen van een verhaal vaak om leegtes in een herinnering op te vullen.
Corticale blindheid
Blindheid aan de occipitaalcortex
Coup
Slag of stoot
Contrecoup
Een verwonding dat is ontstaan door een stoot en dat heeft ingewerkt aan het tegenovergestelde zijde van het lichaamsdeel.
CVA
(cerebrovasculair accident) beroerte
Cytochroom
Betrokken bij de energie voor een cel en eiwit synthese
Deterioratie
Achteruitgang
Diaschizis
Gestoorde functie in bepaald hersendeel door opheffing van verbinding met ander hersendeel
Dichotisch
Via beide gehoorgangen
Diencefalon
Rondom het derde ventrikel. Bevat de thalamus en de hypothalamus
Dynamische afasie
Een door hersenstoornis verkregen stoornis mbt taal