Transport Flashcards

1
Q

diffusie

A

opgeloste stof gaat van hoge concentratie naar lage concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

invloedsfactoren op diffusie?

A

viscositeit, opeervlak, temperatuur, concenratie schudden, roeren, grootte van de deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

osmose

A

verplaatsen van water van een lage naar hoge concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

plasmolyse

A

hypertoon milieu: cel verliest water (vacuole krimpt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

deplasmolyse

A

hypotoon milieu: water opgenomen door cel (vacuole zet uit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hongeroedeem

A

concentratie proteinen in bloed verlaagt, bloed is hypotoon tegenover milieu, water wordt uit bloed gezogen en gaat naar buik = opgezwollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Na+ k- pomp

A

veel NA extracellulair, veel K intracellulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

endocytose

A

stoffen van buiten de cel in blaasje

-pinocytose voor vloeistoffen, fagocytose voor vaste stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

exocytose

A

stoffen via blaasjes uit de cel brengen, bv: afvalstoffen hormonen en bouwstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly