Trajet 4 le physique Flashcards
Het uiterlijk
L’apparence
De baard
La barbe
De sportschoenen
Les baskets
De oorring
La boucle d’oreille
De puistje
Le bouton
Het kapsel
La coiffure
De jeans
Le jean
De zonnebril
Les lunettes de soleil
De make- up
Le maquillage
De snor
La moustache
Het oor
L’oirelle
De huid
La peau
De schoenmaat
La pointure
Het geslacht
Le sexe
De maat
La taille
Bejaarde,oud
Âgé
Raar
Bizarre
Gekruld
Bouclé
Gebruind
Bronzé (e)
Kaal
Chauve
Gezond
En bonne santé
Zwak
Faible
Donker
Foncé (e)
Kroezel
Frisé
Dik
Gros(se)
Lelijk
Laid
Steil,glad
Lisse
Mager
Maigre
Schattig
Mignon(ne)
Halflang
Mi-long (ue)
Slank,dun
Mince
Lelijk
Moche
Gespierd
Musclé
Puntig, spits
Pointu(e)
Stijf, steil
Raide
Gezond
Sain
Sportief
Sportive, sportif
Er goed / slecht uitzien
Avoir bonne/ mauvais mine
Lijken, eruitzien
Avoir l’air
Schoenmaat hebben
Chausser du..
Allergische zijn
Être allergique à
Middelgroot zijn
Être de taille moyenne
In top vorm zijn
Être en pleine forme
Meter groot zijn
Faire ..mètres
Maat hebben
Faire du
Groeien, groot worden
Grandir
Verdikken
Grossir
Vermageren
Maigrir