TP tweede pagina Flashcards
creuser
graven, groef, groeven, gegraven, hebben
saisir
grijpen, greep, grepen, gegrepen, hebben
pendre
hangen, hing, hingen, gehangen, hebben
avoir
hebben, had, hadden, gehad, hebben
aider
helpen, hielp, hielpen, geholpen, hebben
s’appeler
heten, heette, heetten, geheten, hebben
tenir
houden, hield, hielden, gehouden, hebben
aimer
houden van, hield van, hielden van, gehouden van, hebben
chasser
jagen, joeg, joegen, gejaagd, hebben
choisir
kiezen, koos, kozen, gekozen, hebben
regarder
kijken, keek, keken, gekeken, hebben
grimper
klimmen, klom, klommen, geklommen, hebben/zijn
résonner
klinken, klonk, klonken, geklonken, hebben
venir
komen, kwam, kwamen, gekomen, zijn
acheter
kopen, kocht, kochten, gekocht, hebben