Toetsvragen 3 Flashcards
In het gramprepraat van het sputum van mevrouw F worden grote hoeveelheden gramnegatieve staven gezien die bij kweek gedetermineerd worden als H. influenzae. Welk van de volgende antibiotica is GEEN effectieve behandeling?
A. Amoxicilline/clavulaanzuur
B. Doxycycline
C. Flucloxacilline
D. Azitromycine
Flucloxacilline
De heer K, een 60 jarige rokende man met ernstig COPD wordt opgenomen met een exacerbatie. De arteriële bloedgassen tonen: pH 7.28 ; PCO2 12 kPa ; PO2 8 kPa, BE +10. Wat zou hier aan de hand kunnen zijn?
A. Metabole acidose en secundaire hypoventilatie
B. Chronische respiratoire insufficiëntie met metabole compensatie
C. Acute respiratoire insufficiëntie zonder metabole compensatie
D. Acuut op chronische respiratoire insufficiëntie
Acuut op chronische respiratoire insufficiëntie
Mevrouw C. Van 60 jaar met een kyphoscoliose meldt zich met kortademigheid bij geringe inspanning. Een bloedgasanalyse (rust, zittend, kamerlucht) toont: pH 7,38; PaCO2 7,1 kPa; BE 6,8 mm. Zij heeft nooit gerookt. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose van mevrouw C?
A. Metabole alkalose met respiratoire compensatie
B. Metabole alkalose met respiratoire compensatie
C. Acute respiratoire alkalose
D. Acute respiratoire acidose
Metabole alkalose met respiratoire compensatie
Bij een 58-jarige vrouw met nieuw ontstane temporale hoofdpijn, een verdikte A. temporalis, en een fors verhoogde bloed bezinking vermoed u de diagnose artritis temporalis. Wat is het beste beleid.
A. U start met Prednison en plant in de komende dagen een biopt van de a. temporalis.
B. U plant in de komende dagen een biopt van de a. temporalis. Als de uitslag bekend is start u met prednison
U start met Prednison en plant in de komende dagen een biopt van de a. temporalis.
Welke stelling over de rol van complement in het immuunsysteem is niet waar?
A. Activatie van het complement systeem trekt fagocyterende cellen aan
B. Het complement systeem kan direct door een pathogeen geactiveerd worden, ook zonder de aanwezigheid van immunoglobulinen.
C. Complement is een systeem van plasma eiwitten die lysis van cellen (bv bacteriën) kan bewerkstelligen via het membrane attack complex
D. Complement is een systeem van plasma eiwitten die worden gemaakt door B-cellen
Complement is een systeem van plasma eiwitten die worden gemaakt door B-cellen
Een 54 jarige vrouw komt bij u met al langer bestaande klachten van gezwollen vingers en Raynaud fenomeen, waarbij de afgelopen tijd toenemende spierpijn is ontstaan. Anti-nucleaire antilichamen (ANA) en anti-RNP zijn positief. Anti-dubbelstrengs DNA antilichamen zijn negatief. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A. Reumatoide artritis
B. Sjogren
C. SLE
D. Mixed connective tissue disease
Mixed connective tissue disease
Een 38-jarige vrouw die wordt geanalyseerd vanwege hemorrhagische diathese heeft het volgende lab onderzoek: PTT 11.3, INR 1.0, APTT 53.4 sec. Welke mogelijke oorzaak van deze uitslagen is het meest waarschijnlijk?
A. Hemofilie B
B. Hemofilie A
C. Heparinegebruik
D. Vitamine K deficiëntie
Heparinegebruik
De transplantatie-gerelateerde mortaliteit van een allogene stamceltransplantatie is ongeveer:
A. 2%
B. 20%
C. 50%
D. 80%
20%
Het multipel myeloom is een maligne proliferatie van monoclonale:
A. Megakaryocyten
B. Plasmacellen
C. T-cellen
D. Erytrocyten
Plasmacellen
Een 42-jarige man wordt gezien ivm vermoeidheid, hoofdpijn en visusstoornissen. Lab: Hb 5.5, leuko 185, trombo 15. Diff: 75% blasten met ruim cytoplasma. Kreat 340, LDH 4231, uraat 1.12. De eerstvolgende stap in de behandeling is:
A. Leukocytoferese
B. Hoge dosis chemotherapie
C. Allopurinol en hyperhydratie
D. Dexamethason
Leukocytoferese
Wat is, met uitzondering van huidkanker, de meest voorkomende vorm van kanker bij Nederlandse mannen?
A. Darmkanker
B. Prostaatkanker
C. Longkanker
Prostaatkanker
Het anuscarcinoom kan etiologisch geassocieerd zijn met een van onderstaande virale verwekkers, welke is juist?
A. EBV
B. CMV
D. HPV
HPV
Wat is geen mogelijkheid om de eierstokfunctie van een premenopausale vrouw uit te schakelen?
A. Tamoxifen
B. LH-RH analoog
C. Bestraling van eierstokken
D. Ovariectomie
Tamoxifen
Wat is geen oorzaak van een paraneoplastisch syndroom?
A. Immuunreacties op door tumor geproduceerde eiwitten
B. Cytokinenproductie door tumor
C. Hormoonproductie door tumor
D. Zenuw- en bloedvatcompressie tgv tumorgroei
Zenuw- en bloedvatcompressie tgv tumorgroei
Dhr. ter Horst is een 74-jarige vitale man die een aantal ziekten onder de leden heeft: atriumfibrilleren met een snelle kamervolgfrequentie, essentiële hypertensie, chronische obstipatie, doorslaapstoornissen, coxarthrose bzd en glaucoom. Hij heeft als alleenstaande weduwnaar een goed contact met zijn kinderen en rijdt zelf nog auto. Hij loopt sinds een ongelukkige val in zijn douche tijdelijk met een wandelstok. Sedert een paar weken is hij toenemend misselijk en is hij ook vaker gevallen. Hij gebruikt als medicatie: Digoxine 0,25 mg Acenocoumarol vgs trombosedienst Chloorthalidon 25 mg Verapamil 240 mg Lactulose 30 ml Nitrazepam 5 mg Cinnarizine 3 dd 25 mg Naproxen 2 dd 500 mg Het lichamelijk onderzoek toont: een vitale man, helder en coöperatief, gewicht 76 kg bij 172 cm, bloeddruk 165/85 mmHg Hartfrequentie 86 sl/min, pols 70/min, lichte drukpijn in epigastrio en bij rectaal toucher een volle ampul. Verder geen afwijkingen. Welke 2 middelen zouden per direct
gestopt moeten worden?
A. Naproxen en lactulose B. Verapamil en lactulose C. Cinnarizine en acenocoumarol D. Chloorthalidon en digoxine E. Nitrazepam en naproxen
Nitrazepam en naproxen