Toetsvragen 2 Flashcards
Perinatale asfyxie leidt tot: A. Hypoxie, hypercapnie en acidose B. Hypoxie, hypocapnie en acidose C. Hypoxie, hypocapnie en alkalose D. Hypoxie, hypercapnie en alkalose
A. Hypoxie, hypercapnie en acidose
Klinische verschijnselen van ademhalingsproblemen bij de pasgeborene zijn
kreunen, neusvleugelen en intrekkingen
Intercostale intrekkingen die worden gezien bij respiratoir insufficiëntie bij kinderen worden veroorzaakt door:
A. Het gebruik van ademhalingsspieren
B. Toegenomen negatieve intra-thoracale druk door toegenomen ademarbeid
C. Toegenomen spierspanning van de intercostaal spieren
D. Hogere ademhalingsfrequentie
B. Toegenomen negatieve intra-thoracale druk door toegenomen ademarbeid
Welke stelling(en) zijn waar?
- Intra thoracale pathologie van de luchtwegen leidt tot expiratoire belemmering (piepen)
- Extra thoracale pathologie van de luchtwegen leidt tot inspiratoire belemmering (stridor)
Waar en waar
Astma:
A. Heeft altijd een allergische oorzaak
B. Wordt bij zuigeling vaak veroorzaakt door allergie tegen huisstofmijt
C. Leidt nooit tot een dusdanige respiratoire insufficiënte, dat beademing noodzakelijk is D. Wordt doorgaans in eerste instantie behandeld met een betasympathico-mimeticum
D. Wordt doorgaans in eerste instantie behandeld met een betasympathico-mimeticum
Welke van de volgende symptomen geeft het best aan dat er sprake is van een zeer ernstige astma aanval? A. Opgeheven ademgeruis B. Intrekkingen C. Verlengd piepend expirium D. Verhoogde ademfrequentie
A. Opgeheven ademgeruis
Timo heeft astma, waarvoor salbutamol wordt voorgeschreven. Wat is een frequent voorkomende bijwerking van dit middel? A. Bradycardie B. AV-blok C. Hyperkaliëmie D. Tremor
D. Tremor
Btissan is 15 jaar en heeft astma. Ze vertelt dat ze de laatste tijd weer benauwd is en de inhalatiemedicijnen niet goed meer werken. De meest waarschijnlijke reden hiervan is
A. Ze is gaan roken
B. Er is een huisdier in huis gekomen
C. Ze heeft een ander soort benauwdheid (bv. Hyperventilatie)
D. Alle drie
D. Alle drie
Welke prikkel kan een astma-aanval uitlokken bij een kind met allergisch astma? A. Sigarettenrook B. Mist C. Inspanning D. Alle antwoorden zijn juist
D. Alle antwoorden zijn juist
Meisje, 3 jaar, acute benauwdheid, geen koorts. Bekend met eczeem. Meest waarschijnlijke diagnose is: A. Astma B. Laryngitis subglottica C. Epiglottitis D. Bacteriële pneumonie
A. Astma
4-jarig meisje, erg benauwd, praat staccato, verkouden, hoest, expiratoire & inspiratoire stridor, temp 38,0. Meest waarschijnlijke diagnose: A. Laryngitis subglottica B. RSV-infectie C. Kinkhoest D. Astma
D. Astma
Beste therapie voor ernstige astma:
A. Macrolide antibioticum
B. Vernevelen met hoge dosering inhalatiecorticosteroïden
C. Beta2 mimetica vernevelen, O2 geven, stootkuur prednison per os of iv
D. O2, monitorbewaking, overweeg intuberen en beademen
C. Beta2 mimetica vernevelen, O2 geven, stootkuur prednison per os of iv
Een kind met de trias koorts, hoesten en tachypneu heeft klassiek een: A. Bronchiolitis B. Pneumonie C. Laryngitis D. Astma-aanva
B. Pneumonie
Opgeheven ademgeruis onder i.c.m. bronchiaal ademen hoort het best bij: A. Pneumothorax B. Pneumonie C. Pleuravocht D. Atelectase
B. Pneumonie
Een pneumonie kenmerkt zich door: A. Een inspiratoire stridor B. Een snelle en diepe ademhaling C. Een hypersonore percussie bij palpatie van de borst D. Een tachypneu
D. Een tachypneu
4-jarig jongetje met beetje hoesten, een snelle ademhaling, 39,5 koorts en extreme buikpijn. Meest waarschijnlijke diagnose A. Virale gastro-enteritis B. Bacteriële gastro-enteritis C. Sepsis D. Onderkwab pneumonie
D. Onderkwab pneumonie
Een 4-jarig jongetje met tachypneu en dyspnoe, hoge koorts, ziek, hoest minimaal. Diagnose? A. Laryngitis subglottica B. RSV-infectie C. Kinkhoest D. Bacteriële pneumonie
D. Bacteriële pneumonie
Dylan is prematuur geboren bij 26 weken. Op de leeftijd van 1 maand wordt hij toenemend kortademig en zuurstofbehoeftig. Gezien de afwijkingen op de foto is de meest waarschijnlijke diagnose: A. Pneumonie B. Pneumothorax C. IRDS D. Decompensatio cordis
A. Pneumonie
Fiona, 8 jaar, hoest en ademt snel, klaag over hoofdpijn, is weinig ziek. X-thorax: Zij heeft waarschijnlijk: A. Mycoplasma pneumonie B. Streptokokken pneumonie C. Longembolie D. TBC
B. Streptokokken pneumonie
Zieke jongen, tachypneu. X-thorax: Dit beeld past het best bij: A. Decompensatio cordis B. Mycoplasma pneumonie C. Streptokokken pneumonie D. Virale bronchopneumonie
C. Streptokokken pneumonie
Een 1e lijn behandeling van een pneumonie geschiedt met
amoxicilline
Amoxicilline is geïndiceerd bij: A. Mycoplasma pneumonie B. Stafylokokken pneumonie C. Pneumokokken pneumonie D. Pneumocystis carinii pneumonie
C. Pneumokokken pneumonie
Claritromycine is geïndiceerd bij A. Stafylokokken pneumonie B. Mycoplasma pneumonie C. Schimmel pneumonie D. Pneumocystis carinii pneumonie
B. Mycoplasma pneumonie
Een atypische (mycoplasma) pneumonie dient bij voorkeur te worden behandeld met
A. Een macrolide antibioticum (bv. claritromycine)
B. Een penicilline
C. Een aminoglycoside antibioticum (bv. gentamicine)
D. Een breedspectrum bacteriocide antibioticum
A. Een macrolide antibioticum (bv. claritromycine)