toets 3 2024 Flashcards
1
Q
tijd “spenderen”
A
tijd DOORBRENGEN
2
Q
hypotheekcrisis
A
hypotheek = lening om een woning te kopen
+ crisis
3
Q
voorproef
A
eerste indruk
4
Q
een uitgelezen kans
A
de ideale moment
5
Q
uitstellen
A
iets later doen
= procrastiner
6
Q
hypotheek
A
lening om een woning te kopen