Toets 2 Flashcards
Fenolftaleïne
Zure=Kleurloos
Neutraal=Kleurloos
Basische=paars
Rood Lakmoes
Zure=Rood
Neutraal=Rood
Basische=Blauw
Blauw Lakmoes
Zure=Rood
Neutraal=Blauw
Basische=Blauw
Broomthymolblauw
Zure=Geel
Neutraal=Groen
Basische=Blauw
Oxiden
Binaire verbindingen die het element zuurstof bevatten.
Ontstaan metaaloxiden
Verbranding van een metaal
ion binding metaal en zuurstof
Aggregatie Oxiden
Hoog smelt- en kookpunt Vast
Calciumoxide verbruik
tegen verzuring van gronden en mieren
bereiding van kalkmelk en kalkwater na filtratie.
Andere naam Calciumoxide
Ongebluste kalk
Creatie metaaloxide
metaal (M) + dizuurstof (O)
ontstaan niet metaal
Verbranding van een niet-metaal
ion binding niet-metaal en zuurstof
Aggre niet-metaaloxide
laag smelt- en kookpunt meestal gas
koolstofdioxide
CO2 is een gas
altijd ontstaat bij de verbranding van koolstof of organische stoffen.
verantwoordelijk voor de toename van het “broeikaseffect”.
Spuitwater, limonade, champagne e.d. zijn CO2- houdende dranken die hieraan hun frisse lichtzure smaak (vorming koolzuur) te danken hebben.
brandblusmiddel en koelmiddel (droog ijs) gebruikt.
stikstofdioxide
Stikstofdioxide NO2
bruin, oranjekleurig gas
verantwoordelijk voor de vuilgele kleur van “smog” (smoke en fog).
gevormd uit lucht op plaatsen waar er elektrische vonken overspringen dit gebeurt in verbrandingsmotoren en bij bliksem.
Zwaveldioxide
Zwaveldioxide SO2
hoestverwekkend gas.
Ontstaat bij de verbranding van zwavel en zwavelverbindingen.
Gebruikt als conserveringsmiddel voor gedroogde vruchten.
SO2 heeft een desinfecterende (schimmeldodende) werking en wordt gebruikt in de wijnindustrie.
koolstofmonoxide
Koolstofmonoxide CO
zéér giftig kleur- en reukloos gas.
Ontstaat bij de onvolledige verbranding van koolstof of koolstofverbindingen.
Komt voor in de uitlaatgassen van benzinemotoren.
Gebruikt bij de industriële bereiding van methanol.
zuren
Zuren zijn molecuulverbindingen, bestaande uit twee of drie niet-metalen. Eén van die niet-metalen is steeds waterstof vooraan in de formule.
Binaire zuren
2 elementen H en NM
ternairezuren
3 elementen H , NM en O
aggre zuren
laag smelt- en kookpunt
binaire zuren gasvormig
meeste oxozuren vloeibaar
de reactievergelijking voor de reactie van water met zwaveldioxide
SO2+H2O H2SO3
de reactievergelijking voor de reactie van water met zwaveltrioxide
SO3+H20 H2SO4
de reactievergelijking voor de reactie van water met difosforpentaoxide
P205+3H20 2H3PO4
de reactievergelijking voor de reactie van water met koolstofdioxide
CO2+H20 H2CO3
de reactievergelijking voor de reactie van water met dichloortetraoxide
CL2O3+H20 2HClO2
de reactievergelijking voor de reactie van water metdichloorheptaoxide
Cl2O7+H2O 2HCl04
de reactievergelijking voor de reactie van water met dichloorpentaoxide
Cl2O5+H2O 2HClO3
de reactievergelijking voor de reactie van water met dichloormonoxide
Cl20+H20 2HClO
de reactievergelijking voor de reactie van water met distikstofpentaoxide
N2O5+H20 2HNO3
de reactievergelijking voor de reactie van water met distikstoftrioxide
N2O3+H2O 2HNO2
Diwaterstofsulfide verbruik
gas geur=rotte eieren
Komt voor in onze darmgassen
Salpeterzuur verbruik
Heel sterke zuur
Bereiding van meststoffen en springstoffen (zoals TNT)
zoutzuur verbruik
in maagsap aanwezig en helpt bij vertering
kalkaanslag in toiletten te verwijderen
fosforzuur
om roest te verwijderen van metaaloppervlakken
voedingszuur in frisdrank
zwavelzuur
H2SO4
olieachtige vloeistof, dat zéér bijtend is.
Dient met de nodige voorzichtigheid behandeld te worden!
Bij het mengen van geconcentreerd zwavelzuur met water, waarbij véél warmte vrijkomt, moet steeds zwavelzuur bij water gevoegd worden en nooit andersom (wegens optreden van spatten).
Gebruikt in de industrie voor o.a. de bereiding van zwavelhoudende meststoffen.
Komt voor in accu’s van auto’s. Daarom
ook wel accuzuur genoemd.
koolzuur
in bruisende dranken aanwezig gemaakt door de CO2 in dranken
Hydroxiden
Hydroxiden zijn ionverbindingen (zouten). Het positieve ion is een metaalion, het negatieve is een
hydroxide-ion (OH-
).
aggre hydroxiden
Hoog smelt- en kookpunt
vast
vorming hydroxide
(M,O)+ (H,O) wordt (M,OH)
chemische eigenshappen hydroxiden
in water splitsen ze op door oplossingen
behalve de niet basen
natriumhydroxide verbruik
als ontstopper voor afvoerleidingen
natriumhydroxide andere namen
bijtende soda en natronloog
calciumhydroxide andere naam
gebluste kalk
calciumhydroxide verbruik
Ca(OH)2 of gebluste kalk.
Een suspensie van calciumhydroxide in water wordt kalkmelk genoemd.
Door filtratie ervan ontstaat een heldere oplossing, kalkwater
magnesiumhydroxiden verbruik
medicijnen tegen verstopping (laxeermiddel)
zouten
Zouten zijn ionverbindingen. Het positieve ion is een metaalion (of een ammoniumion NH4
+
), het negatieve ion is een zuurrestion.
aggre zouten
hoog smelt- en kookpunt
vast
geleiden niet in vaste toestand
geleiden wel in gesmolten of opgeloste toestand
creatie zouten
ZUUR ( H,Z) + BASE (M,OH) wordt
ZOUT (M,Z) + WATER
natriumwaterstofcarbonaat
bakpoeder
natriumwaterstofcarbonaat andere naam
bicarbonaat
natriumcarbonaat andere naam
soda
calciumcarbonaat verbruik
CaCO3:
De bekendste mineralen zijn krijt, kalksteen en marmer.
Schelpen en eierschalen bestaan ook hoofdzakelijk uit calciumcarbonaat.
Het in warmwaterleidingen gevormde calciumcarbonaat wordt
ketelsteen genoemd.
Druipsteenvorming in grotten is een afzetting van
calciumcarbonaat.
calciumchloride verbruik
CaCl2:
vriespuntverlagend.
Strooimiddel op sneeuw en ijzel. Wateraantrekkend: zit in droogmiddelen
zoals “vochtvreter”.
calciumsulfaat verbruik
CaSO4
Gebruikt in de medische sector in gipsverbanden.
In de bouwsector wordt calciumsulfaat toegevoegd aan pleister om nieuwe muren mee te bedekken.