Toets 1 Flashcards

1
Q

Register

A

Het taalgebruik dat eigen is aan een bepaalde situatie, afhankelijk van de communicatiesituatie moet je je taalgebruik aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Historische roman

A

Een verhaal in het verleden waarbij de auteur de sfeer van een historische periode oproept door een bepaalde historische gebeurtenis in het verhaal te gebruiken of door historische figuren als romanpersonage te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Faction

A

Historische roman waarbij schrijvers in archieven en historische bronnen op zoek gaan naar bruikbaar materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intertekstualiteit

A

Wanneer een auteur echo’s van bepaalde teksten verwerkt in zijn eigen teksten.
= geen plagiaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sampling

A

Wanneer de intertekstuele verbanden min of meer zichtbaar in de tekst aanwezig zijn als citaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beoordelingscriteria voor de betrouwbaarheid van een bron

A
  1. Bron
  2. Auteur
  3. Bedoeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly