D3: Academische Woordenschat Flashcards

1
Q

Abdicatie

A

Troonsafstand/kroonafstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ambivalent

A

Tegenstrijdige gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alluderen

A

Duidelijk maken zonder het precies te zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Archaïsch

A

Behorend tot een periode van lang geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Associëren

A

Verband leggen tussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Canoniseren

A

Iets verheffen tot een richtpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cognitie

A

Het vermogen om kennis te hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Competentie

A

Bekwaamheid/bevoegdheid/geschiktheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Consensus

A

Overeenstemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Doneren

A

Geld geven vr een goed doel/organen afstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ethiek

A

Alles wat zich bezighoud met de vraag van wat goed of slecht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Frivoliteit

A

Oppervlakkigheid/lichtzinnigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hypothese

A

Veronderstelling die nog bewezen moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Intuïtie

A

Voorgevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Lemma

A

Titelwoord in een woordenboek, encyclopedie of artikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Metamorfose

A

Gedaanteverwisseling

17
Q

Oeuvre

A

Al het werk van een bepaalde kunstenaar/geleerde

18
Q

Subversief

A

Ondermijnen van het gezag

19
Q

Tolereren

A

Iets verdragen, iets toelaten

20
Q

Triviaal

A

Gewoon, allerdaags en onbelangrijk