D3: Academische Woordenschat Flashcards
1
Q
Abdicatie
A
Troonsafstand/kroonafstand
2
Q
Ambivalent
A
Tegenstrijdige gevoelens
3
Q
Alluderen
A
Duidelijk maken zonder het precies te zeggen
4
Q
Archaïsch
A
Behorend tot een periode van lang geleden
5
Q
Associëren
A
Verband leggen tussen
6
Q
Canoniseren
A
Iets verheffen tot een richtpunt
7
Q
Cognitie
A
Het vermogen om kennis te hebben
8
Q
Competentie
A
Bekwaamheid/bevoegdheid/geschiktheid
9
Q
Consensus
A
Overeenstemming
10
Q
Doneren
A
Geld geven vr een goed doel/organen afstaan
11
Q
Ethiek
A
Alles wat zich bezighoud met de vraag van wat goed of slecht is
12
Q
Frivoliteit
A
Oppervlakkigheid/lichtzinnigheid
13
Q
Hypothese
A
Veronderstelling die nog bewezen moet worden
14
Q
Intuïtie
A
Voorgevoel
15
Q
Lemma
A
Titelwoord in een woordenboek, encyclopedie of artikel