tijden Flashcards
1
Q
ongeveer 1920
A
In Italië ontstaat een nieuwe ideologie
2
Q
Junie 1914
A
moord op kroonprins Oostenrijk-Hongerijen (Frans Ferdinand)
3
Q
1924
A
Hitler probeert met geweld aan de macht te komen, mislukt
NSdap blijft een mini-partij
4
Q
1929
A
economische crisis > mega werkloosheid + armoede.
5
Q
1933
A
- hitler wordt gekozen tot leider (DUI)
- hitler wordt dictator
- hitler stopt tegenstanders in de gevangenis
- hitler probeert joden wegtepesten
- hitler wil alle duitsers in een rijk
- de nazi’s indoctrineren het duitse volk, (beïnvloeden / aanleren)
6
Q
1914-1918
A
eerste wereld oorlog
7
Q
1917
A
algemeen mannenkiesrecht in NL, communistische revolutie in Rusland
8
Q
1919
A
algemeen vrouwenkiesrecht in NL, vrede van Versailles (duitsland straffen na 1WO)
9
Q
1939-1945
A
tweede wereld oorlog
10
Q
1922
A
Mussolini wordt regeringsleider van Italië
11
Q
1929-1930
A
crisistijd
12
Q
1871
A
frans-duis oorlog duitsland wint, wordt 1 land. frankrijk wil wraak (ze zijn vernederd)