Tijd Flashcards
1
Q
daarna
A
- bijwoord
- それから
- Daarna gaan we eten.
2
Q
vervolgens
A
- bijwoord
- それから (=daarna)
- Vervolgens neem je de eerste straat links.
3
Q
voordat
A
- conjunctie
- 〜の前に
- Ik ga boodschappen doen, voordat ik naar je huis ga.
4
Q
nadat
A
- conjunctie
- 〜のあとに
- Ik zal je bellen, nadat ik deze les heb gedaan.
5
Q
zodra
A
- conjunctie
- 〜するとすぐに
- Ik bel je, zodra ik thuis ben.
6
Q
zolang
A
- conjunctie & bijwoord
- 〜している限り
- Ik blijf binnen, zolang het regent.
7
Q
terwijl
A
- conjunctie
- 〜している間に
- Ik moet werken terwijl de anderen vakantie hebben.
8
Q
totdat
A
- conjunctie
- それまで
- Wacht met eten, totdat ik thuis ben.
9
Q
alvorens
A
- bijwoord
- voordat (formeel)
- De stukken grondig bestuderen, alvorens een advies uit te brengen.
10
Q
toen
A
- conjunctie & bijwoord
- ## 〜のとき