Thorax Flashcards

1
Q

Beoordeling mediastinum op VD opname:

A

mediastinum mag niet breder zijn dan 2x de breedte van een wervel

  • is vrij breed craniaal
  • is vrij smal caudaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aan welke kant zit de vena cava caudalis?

A

eerder rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

longlobben (anatomie); hoeveel aan elke kant?

A
  • LINKS:
    • > craniale lob met cran en caud deel
    • > caudale lob
  • RECHTS:
    • > craniale lob
    • > midden lob
    • > caudale lob
    • > accessoire lob

=> R long 25% meer longinhoud dan L long

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

is de pulmonaire vascularisatie zichtbaar op RX?

A
  • bronchiale a zijn niet zichtbaar (voedende vasc)
  • pulmonaire a en v zijn wel zichtbaar (functionele vasc)
    • > pulmonaire a zit dors, v zit ventraal
    • > w dunner nr periferie toe
    • > arteries volgen bronchen over ganse lengte
    • > bronche tussen arterie en vene (bronchen zelf kan je niet zien, mr wel in beeld doordat ze tss a en v liggen -> beoordeling in periferie moeilijker omdat er dan geen v meer is die de bronche volgt dus je kan ze niet meer zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op VD opname: beoordeling pulmonaire BV

A
  • arterie zit lateraal
  • vene zit mediaal
  • diameter BV moet kleiner zijn dan diameter vd 9e rib thv hun kruising
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

thymus (zwezerik) zichtbaar op RX? verschil hond/kat?

A

honden:
- thymus zichtbaar tot leeftijd van 1j, zelden bij volw honden

katten;

  • zichtbaar als schaduw craniaal vh hart
  • niet zichtbaar bij volw katten
  • zit veel ventraler dan mediastinum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

standaardopnames thorax:

A
  • laterale opname (re li of li re)
    • > R-L: R long beter zichtbaar, hartschaduw ronder
    • > L-R: L long beter zichtbaar, hartschaduw ovaler
  • Ventrodorsaal of dorsoventrale opname
    • > VD als je respiratoire structuren wil beoordelen
    • > DV als je cardiovasculaire structuren wil beoordelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

factoren die beoordeling van thorax bemoeilijken:

A
  • mate van inspiratie
  • decubitus (op welke kant liggen ze)
  • leeftijd
  • diersoort
  • ras
  • lichaamsconditie
  • ,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

manier om diameter vd trachea te meten;

A

lijn van sternum loodrecht nr meestal C7 => geeft mooi afstand weer vd ingang vd thorax

-> trachea mag niet meer dan 20% zijn van de breedte van die lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rasverschillen trachea

A

Bij bulldog is heel dunne trachea normaal!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

effect van inspiratie-expiratie op beoordeling thorax

A

opnames maken in INSPIRATIE want dat verhoogt pulmonair contrast => meer afstand tss diafragma en hartschaduw want lobus accessorius gaat tss hart en sternum komen te zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe maak je het verschil tss een pneumothorax en een opname in volle inspiratie want in beide gevallen lijkt het of er lucht tussen hart en sternum zit

A
  • pneumothorax -> er zit puur lucht tss hart en sternum

- opname in inspiratie -> deel van R long tss hart en sternum dus kleine lijntjes van BV zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

effect van decubitus op beoordeling thorax

A

liefst foto nemen binnen 30sec-min na positionering want als je hond langer laat liggen dan zu de dors longkwabben beetje verzakken => geen lucht meer in die zones

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

effect van leeftijd op beoordeling thorax

A
  • jonge dieren = meer opake longen
  • bij oude dieren zou te opaak ku wijzen op een aandoening (viraal) , mr bij oudere dieren ook meer fibroblasten in interstitium waardoor longen er ook witter ku uitzien
  • bij oudere dieren zijn vaker interlobaire fissuren zichtbaar & bij border collies regelmatig calcificaties op pleura

bij oudere katten gaat hart stilaan liggen op sternum, ligt uiteindelijk zelfs bijna horizontaal (geeft indruk dat aorta langer w)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

effect van diersoort op beoordeling thorax

A

hond: longen meer opaak, cran lobben meer nr voren, caudale lobben tot T12-T13, grotere psoasspieren
kat: longen minder opaak, cran lobben meer nr caud, caud lobben tot L1-L2, kleine psoasspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

effect van ras op beoordeling thorax

A

grote rassen: BV beter zichtbaar, hart proportioneel kleiner

kleine rassen: longen meer opaak, hart proportioneel groter

chondrodystrofische rassen: vroegtijdige mineralisaties bovenste luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

effect van lichaamsconditie op beoordeling thorax

A

obese hond = meer vet = longen meer opaak en minder groot

belangrijk dat je diagnose lymfoom onthoudt want je kan geen verschil maken tss vetcellen en lymfocyten op RX

18
Q

pleurale effusie =

A

vochtophoping in pleuraholte (ts borstvlies en longvlies)

19
Q

RX bevindingen pleurale effusie

A
  • vorm longkwabben herkenbaar
  • longen kleiner
  • longen meer opaak
20
Q

hoe maak je onderscheid tss pleurale effusie en etterophoping? je kan vocht en etter immers niet onderscheiden op RX

A

etter zal meestal mr aan 1 kant blijven zitten want etter is te dik om nr de andere kant te migreren (let op; is niet altijd waar)

vocht zal zich veel meer verspreiden

21
Q

pneumothorax =

behandeling?

A

lucht in pleuraholte

meestal gwn afwachten totdat lucht geresorbeerd w, als dit niet binnen de paar d gebeurt is => leegmaken met spuit

22
Q

RX bevindingen pneumothorax

A
  • meer ruimte tss hart en sternum (maak onderscheid met lobus acc die ook ruimte creeert bij inspiratie)
  • longen meer opaak en kleiner
  • lucht in mediastinum, tss spieren & subcutaan
23
Q

hoe herken je een pneumothorax onder tensie? verschil met gewone pneumothorax?

A

diafragma is niet afgeplat
= spoedgeval (itt gewone pneumothorax, niet onder tensie) -> je moet met naald in pleura prikken zodat lucht nr buiten kan

24
Q

is de cran mediastinale LK zichtbaar?

A

af en toe bij lat opname als hond op R zijde ligt, mr mag niet te groot zijn want dan pathologie

(zeker ook abdomen checken want LK draineert abdomen)

25
Q

bronchiaal patroon =

A

vocht of cellen id wand van bronchiën, peribronchiaal en in BW rond BV

26
Q

alveolair patroon =

A

alveoli gevuld met vocht of cellulair materiaal

27
Q

interstitieel patroon =

A

accumulatie vocht of cellen in interstitium

28
Q

RX bevindingen bronchiaal patroon

A
  • wand van bronchiën is dikker
  • bronchiëxtasie = verwijding bronchen
  • te veel doorsneden van bronchen zichtbaar

(onregelmatige wand, verdikte wand, lumen is af en toe zeer klein)

29
Q

asthma RX bevindingen

A

asthma = allergische bronchitis

  • te veel doorsneden van bronchiën zichtbaar (sterk bronchiaal patroon)
  • te opaak beeld
30
Q

waar komen de meeste aandoeningen voor in longen?

A

caudodorsaal!

31
Q

5 regio’s longparenchym (bij elk een vb van wat daar eerder voorkomt)

A
  • cranioventraal (bacteriele pneumonie)
  • perihilair, hilair (centraal, meer dorsaal) (parasitaire aandoeningen, bloedingen)
  • centraal (bacteriele pneumonie)
  • caudoventraal
  • caudodorsaal (parasitaire aandoeningen, bloedingen)
32
Q

aandoening bronchiaal patroon

A
  • asthma
  • pneumonie
  • longoedeem
33
Q

RX bevindingen alveolair patroon

A
  • heel opaak beeld
  • soms luchtbronchogrammen = met lucht gevulde bronchen die beter zichtbaar zijn
  • longdensiteit verhoogd in aangetaste zone
  • collaps van alveolaire ruimten (atelectase)
  • volume en vorm van aangetaste lobben blijft gelijk!
34
Q

aandoeningen alveolair patroon

A
  • aspiratoire & bacteriele pneumonie
  • pulmonaire bloeidingen
  • longoedeem: cardiogeen of niet cardiogeen
35
Q

aspiratie pneumonie voorkomen & RX bevindingen

A
  • vaak bij honden met megaoesophagus & dysfagie
  • na anesthesie

cranioventraal alveolair patroon

36
Q

bacteriele pneumonie voorkomen & RX bevindingen

A
  • zelden bij katten
  • vaak bij jonge honden, meestal secundair aan virale infectie

alveolair patroon cran & middelste longkwabben want bacterien vallen neer

37
Q

longoedeem voorkomen & RX bevindingen

A

CARDIOGEEN (oedeem is meestal cardiogeen)

  • begint bij hond perihilair en gaat nr caud lobben (ventrale lobben en periferie blijven gespaard dr betere lymfedrainage)
  • bij kat meer random vlekkerige alveolaire zones
  • alveolair patroon

NIET CARDIOGEEN

  • zeldzaam
  • kan door allergie, hypoxie,..
  • diffuus alveolair patroon, meer uitgesproken in caudodorsale long
38
Q

RX bevindingen interstitieel patroon

A
  • diffuse verhoging longopaciteit

- afbakening vasculaire structuren

39
Q

aandoeningen interstitieel patroon

A
  • lymfoom

- pulmonaire tumoren

40
Q

lymfoom (tumor van lymfocyten): voorkomen

A
  • zeer vaak bij katten

- vooral diffuus interstitieel lymfoom (zelden (10%) nodulair lymfoom)

41
Q

lymfadenopathie = opzetting lymfeknopen -> waar het meest?

A

sternaal > perihilair > mediastinaal