theorieen Flashcards
traditioneel model fitts & possner
fase 1: verbaal cognitieve fase: verbale instructies, bewust met oefening bezig
fase 2: associatie fase: verband wordt gelegd tussen gevoel en een goede uitvoering
fase 3: autonome fase: gaat automatisch, vooral impliciet
dynamische systeem theorie
hoe komt gedrag tot stand (interactie van factoren bepaald gedragstoestand)
- niet lineair
- variabiliteit
- omgeving en gedrag relatie (open systeem)
- zelforganisatie
- complex systeem (interacterende factoren
constrains-led approach - Newell
gesimpliceerde benadering van de dynamische systeem theorie. gedrag afhankelijk van drie aspecten:
persoonsfactoren
taakfactoren
omgevingfactoren
3 leerfasen van Newell
- inperken van overtollige vrijheidsgraden
- controle krijgen over de vrijheidsgraden
- ontstaan van taakspecifieke structuren
ecologische psychologie
relatie tussen waarnemen en bewegen staat centraal. onlosmakelijk met elkaar verbonden.
- affordances
vrijheidsgraden probleem - Bernstein
- overtolligheid aan vrijheidsgraden moet worden ingeperkt (freeze out)
- opnemen van vrijheidsgraden (releasing)
“expertise is een compromis tussen bewegingsvrijheid en controleerbaarheid”
Bernstein- niveaus van bewegingssturing
Level A: spierspanning
Level B: aansturen van spieren (bij ritme)
Level C: beweging afstemmen op omgeving
Level D: taak specifieke beweging, wat wil je bereiken
sociale leertheorie
leren is afhankelijk van gevolgen van gedrag
- we leren door kennis te verwerven over de ‘responses’ op gedrag
- observeren en imiteren
- observationeel leren
applied model for the use of observation
hoe kun je in de praktijk gebruik maken van observationeel leren?
- model: mastery of coping model
- aandacht: aandacht op de juiste aandachtspunten > trainen door visual of verbale cueing
- voorbeeld vaker laten zien en terug komen
- waar kijkt de expert naar > eye movement modeling
- videofeedback: zelfobservatie, zelfmodeling, feed forward modeling, zelfgestuurde videofeedback > betere vaardigheid en techniek (autonomie)
informatietheoretische benadering
bewegingen worden opgeslagen in CZS
- input > perceptuele mechanisme > beslissingsmechaniscme > effector mechanisme > output
- motorische proramma’s zijn opgeslagen in CZS
Adams closed loop theory
input > perceptual mechanism >memory trace >perceptual trace > output
- korte feedback (level 2) perceptual trace vergelijkt memory trace met beweging. feedback loop terug naar memory trace (onbewust)
- lange feedback (level 3) feedback na uitvoering van beweging leidt terug naar perceptual mechanism
schmids schema theorie
algemenere schema die kunnen worden aangepast aan wat er nodig is
- initial conditions
- respons specifications
- sensory consequences
- respons outcomes
challenge point framework
er is een optimaal punt waarop het meest efficient geleerd wordt. dit gaat over het aanbieden van de juiste hoeveelheid informatie
- te veel informatie kan leiden tot guidance hypothesis (feedback afhankelijkheid)
theorie van invarianten
invarianten zijn bepaalde vaststaande informatie dingen die, wanneer je een bepaalde waarde of gegeven hebt , je een andere waarde kan bepalen
- optisch stroomveld
- tau
- optische acceleratie
- traagheidsmoment