thema 8 Flashcards

1
Q

2 soorten relaties tussen organismen van dezelfde soort/populatie

A
  • competitie

- coöperatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

competitie

A

concurrentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

coöperatie

A

samenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

reden van competitie tussen organismen van dezelfde soort/populatie

A
  • voedsel
  • territorium
  • partner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reden van coöperatie tussen organismen van dezelfde soort/populatie

A
  • jagen
  • nest maken
  • beschermen tegen aanvallers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorbeelden van competitie tussen organismen van dezelfde soort/populatie

A

kangoeroes -> leiderschap
leeuwinnen beschermen welpjes
katers vechten voor kattin
bomen groeien zo snel mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorbeelden coöperatie van dezelfde soort/populatie

A

school vissen -> flexibel, minder opeten
mieren bouwen samen nest maken, spoor van bron tot nest
stokstaartje -> 1 op uitkijk voor gevaar + verschillende geluidjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 soorten relaties tussen organismen van verschillende soort/populatie

A
  • competitie

- coöperatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

reden concurrentie tussen organismen van verschillende soorten

A
  • voedsel

- territorium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorbeelden concurrentie tussen verschillende soorten

A

ijsberen met meeuwen

katten en honden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

coöperatie tussen organismen van verschillende soorten

A

symbiose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symbiose

A

langdurig samenleven van verschillende soorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symbiont

A

partners van de symbiose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3 symbiose vormen

A
  • mutualisme
  • commensalisme
  • parasitisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mutualisme: wie is in voordeel/nadeel

A

beide symbionten in voordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

commensalisme: wie is in voordeel/nadeel

A

symbiont 1: voordeel

symbiont 2: neutraal

17
Q

parasitisme: wie is in voordeel/nadeel

A

symbiont 1: voordeel

symbiont 2: nadeel

18
Q

voorbeelden mutualisme

A
  • voordeel anemoon = clownvis zorgt voor voedsel: smost, restjes op lichaam
  • poetsvis extra voedsel, vis wordt schoongemaakt
19
Q

voorbeelden commensalisme

A
  • zuigvis krijgt bescherming en transport, haai heeft geen voor/nadeel
  • zeepokken krijgen vervoer en voedsel door walvis
20
Q

voorbeelden parasitisme

A
  • teek
  • hoofdluizen
  • lintworm
  • koekoek