thema 7 Flashcards

1
Q

twee soort chemische reacties waarbij het oxidatiegetal wél veranderd

A
  • wanneer het oxidatiegetal stijgt, wil dat zeggen dat het element elektronen heeft afgegeven
  • wanneer het oxidatiegetal daalt, wil dat zeggen dat het element elektronen heeft opgenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom worden deze chemische reacties elektronenoverdrachtreacties genoemd?

A

het ene element (met gestegen OG) draagt één of meer elektronen over aan het andere element (gedaald OG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oxidatie

A

chemisch proces waarbij in een stof een element elektronen afgeeft en in OG stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

reductie

A

chemisch proces waarbij in een stof een element elektronen opneemt en in OG daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reductor

A
  • stof die geoxideerd wordt
  • stof waarin een element in OG stijgt
  • stof die een andere stof doet reduceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oxidator

A
  • stof die gereduceerd wordt
  • stof waarin een element in OG daalt
  • stof die een andere stof doet oxideren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 soorten redoxreacties

A
  • verbrandingsreacties
  • synthesereacties
  • analysereacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verbrandingsreacties

A

wanneer we zuivere stoffen verbranden, reageren ze met zuurstofgas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

synthesereacties

A

een chemische reactie waarbij twee of meer stoffen verbinden tot een meer complexe stof met andere eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

analysereacties

A

een chemische reactie waarbij stoffen met behulp van energie kunnen ontbinden in twee of meer stoffen met andere eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly