Thema 6 : de mens Flashcards
hc17-21
welke 3 flexuren (krommingen) kunnen we onderscheiden
- flexura cranialis (thv mesencephalon)
- flexura pontini thv rhombencephalon
- flexura cervicalis tussen rhomben en ruggenmerg
waaruit ontstaat oogbeker
uitstekend deel diencephalon
allometrie
relatie tussen de grootte van een organisme en de grootte van een bepaald deel hiervan
vroege ontwikkeling CZS
- vorming neurale plaat (verdikking ectoderm)
- vorming neurale groeve
- vorming neurale wallen
- fusie neurale wallen
- vrijkomen neurale lijstcellen
neurale lijstcellen
na fusie wallen komen ze vrij uit epitheliale verband. migreren en vormen clusters cellichamen neuronen zenuwcellen/ganglia
neurale buisdefecten
ongesloten neurale buis : rug (geen huid), hoofd (geen huid/schedel)
gesloten buis, maar bot defect : rug, hoofd. vlies met verschillende inhoud
afwijking signaal cascade : huidstoornis
late ontwikkelling CZS
- vorming primaire en secundaire hersenblaasjes
neuroepitheel
rand van neurale buis. (hier ontstaan cellen die bijdragen aan CZS : neuronen, steuncellen/gliacellen, etc)
ependymcellen
vormen bekleding binnenkant neurale buis
ventrikel
wijd lumen
grijze stof hoger in ruggenmerg/hersenen
ook op andere plekken -> ze zijn gemigreerd
verdeling grijze stof ruggenmerg
cellichamen (soma) neuronen liggen nog in het centrum in het lumen, hieromheen ligt witte stof
witte stof
uitlopers (axon/dendriet) met myeline (van neuronen op zelfde niveau, maar ook andere)
lumen
delen gevuld met vocht
proliferatie zone zenuwcellen
tussen witte stof en ependymcellen
functie dorsale neuronen
verwerken sensibele informatie/binnenkomende
functie ventrale neuronen/motorische voorhoorn
verwerken motorische informatie/uitgaande
radix ventralis/motorische voorwortel
motorische zenuwen net uit het ruggenmerg
cellichaam in ruggenmerg
cellichamen sensibele neuronen
in spinale ganglion
ruggenmerg zenuw
punt waar sensibele en motorische neuronen samenkomen
bevat restanten chorda dorsalis
tussenwervelschijf
paardenstaart
bundels van voor- en achterwortels (onder L2/L3)
hersenvliezen
- dura mater
- arachnoidea (heeft trabekels en ruimtes)
- pia mater
dura mater
2 platen met daartussen veneus bloed (durale sinussen) die door aders van hersenen daar komen
arachnoidea
ruimtes gevuld met vocht (circulatie stroom) (subarachnoidale ruimte, via granulen afgevoerd naar durale sinussen
pia mater
heeft tussenschotjes die vast zit aan het ruggenmerg
choroid plexus
gekronkelde bloedvaten die ergens instulpen, hier vindt liquorproductie plaats
waar verlaat liquor
vierde ventrikel (door
2 foramina van Lushka en 1 formane van Magendi)richting subarchoidale ruimte -> veneuze sinus
wat vormt hersenstam
mesencephalon, pons, medulla oblongata
hersenzenuwen
12
groot mesencephalon
reageren goed/ meer op acoustische etc prikkels
geen ware zenuwen
reuk en oog zenuw, zijn uitstulpingen van brein/telencephalon en diencephalon respectievelijk
thalamus (hoogste schakelstation)
grootste/belangrijkste deel diencephalon
primaire groei
totaal volume van hersenen die toeneemt
secundaire groei
insula groeit niet, hersenblaadjes groeien wel
cerebrale cortex
cognitieve functies
basale ganglia
ondersteunen bewegingen