Thema 4 : amfibieën en reptielen Flashcards
overgang van water naar land (wc4, hc11-14 en practica3)
navelstreng
aan ventrale zijde romp en bevat bloedvaten naar placenta lopen
preputium
voorhuid
scrotum
balzak
testes
teelballen
epididymis
bijbal
vulva
uitwendig geslachtsdeel vrouw, begrensd door schaamlippen
labia
schaamlippen
diafragma
van spier en pees, scheidt borst- en buikholte
buikvlies (peritoneum)
opgedeeld in pariëtaal (rug zijde) en visceraal (orgaan kant)
milt
ligt links lateraal van de maag
grote net (omentum majus)
sterk uitgegroeide dorsale ophangband maag
duodenum
twaalfvingerige darm, eerste deel dunne darm (veel verteringssappen)
jejenum
tweede deel dunne darm (haalt voedingsstoffen uit eten)
ileum
laatste deel dunne darm (haalt laatste voedingsstoffen/vitaminen uit eten)
scheilswortel
hier komen de ophangbanden van de darmdelen samen (heeft een grote zijtak van de aorta)
dikke darm (colon) onderdelen
blinde darm (cecum)
colon ascendens
colon transversum (rechts naar links)
colon descendens
rectum (begint bij bekkeningang)
anus
retroperitoneale/exraperitoneale ligging
niet volledig omsloten door peritoneum
intraperitoneale ligging
ligt in het buikvlies
nieren
rechter nier ligt wat lager doordat de lever erop duwt
vena cava caudalis
onderste holle ader
caudale deel lichaam -> lever -> via middenrif -> hart
vena portae hepatis
poortader (voert bloed uit maagdarmpakket naar lever en loopt door pancreas heen)
pancreas
alvleesklier
urethra
urinebuis (vervoert urine naar buiten)
onderdelen zaadstreng
zaadleider en bloedvaten