Thema 6 Flashcards
de mens
centraal zenuwstelsel
hersenen en ruggenmerg
perifere zenuwstelsel
zenuwen en ganglia
ganglia
clusters zenuwcellichamen buiten het czs, ontstaan uit neurale lijstcellen
wat ontstaat uit het neuroepitheel?
neuronen en gliacellen (steuncellen)
platyrhini
breedneusapen (nieuwe wereld), laterale neusgaten en lange wollige grijpstaart
catarrhini
smalneusapen (oude wereld), neusgaten onderaan, visueel, arboreaal en terrestrisch
cercopithecoidae
hondapen (bavianen, mandril, makaken)
hominoidae
mensapen, gibbon, orang oetan, gorilla
soma
cellichamen (grijze stof)
sulcus limitans
deelt de neurale buis op in dorsaal en ventraal
ependym
wordt lining van ventrikels en centrale kanaal ruggenmerg
drie primaire hersenblaasjes
procephalon, mesencephalon, rhombencephalon
astrocyten
cellen van schwann
oligodendrocyten
myeliniseren van zenuwuitlopers
5 secundaire hersenblaasjes
telencephalon, diencephalon, mesencephalon, metencephalon, myelencephalon
wat wordt het telencephalon?
cerebrum
wat wordt het diencephalon?
diencephalon
wat wordt het mesencephalon?
mesencephalon
wat wordt het metencephalon?
cerebellum/pons
wat wordt het myelencephalon?
medulla oblongata
flexura cranialis
ventraal, mesencephalon
flexura cervicalis
ventraal, ruggenmerg en myelencephalon
flexura pontis
dorsaal, myelencephalon naar metencephalon
centralisatie
het vormen van een centrale coördinerende structuur
cephalisatie
vorming van hersenganglia rechtstreeks gevolgd van billaterale symmetrie (links-rechts)
apicale constrictie
cellen van het neuro-ectoderm maken zich aan de bovenkant smaller