Thema 3: Gegevens verzamelen Flashcards

1
Q

Welke 6 soorten persoonsgegevens zijn er?

A
  • Administratieve gegevens
  • Persoonstypering
  • Woon- en leefomstandigheden
  • Participatie
  • Mentaal welbevinden
  • Lichamelijk welbevinden

§3.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke gegevens vallen onder de administratieve gegevens?

A
  • Naam, adres, geboortedatum
  • BSN
  • Burgerlijke staat
  • Verblijf in instelling wanneer in anamnese
  • Opleidingsniveau
  • Indicatiestelling wanneer van toepassing
  • Namen en telefoonnummers van familie en partner
  • Financieel of wettelijke verantwoordelijke
  • Huisarts, apotheek, tandarts
  • Executeur testament

§3.1.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn persoonstyperingen?

A

Informatie die de cliënt omschrijft. Denk aan:
* Karaktereigenschappen
* Normen en waarden
* Leefstijl

Belangrijk is ook een korte levensloop, en een inventarisatie van ervaringen en voorkeuren tot ondersteuning

§3.1.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn woon- en leefomstandigheden?

Binnen de context van persoonsgegevens

A

Bij een huisonderzoek kan er worden gekeken of een cliënt in staat is voor zichzelf te zorgen. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken of de cliënt voor zichzelf kan koken en of de was wel gebeurd.
Ook wordt er gekeken naar waarom sommige dingen lastig zijn voor de cliënt. Is er bijvoorbeeld sprake van een psychologische indicatie of laaggeletterdheid?

§3.1.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er bedoeld met participatie?

In de context van persoonsgegevens

A
  • interesses
  • Hobbies
  • Activiteiten
  • Sociaal netwerk
  • Dagbesteding

§3.1.4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het mentaal welbevinden in?

In de context van persoonsgegevens

A

Informatie over het psychisch welbevinden van een cliënt. Denk aan:
* Hoe zit hij in zijn vel?
* Is er sprake van depressie in de anamnese?
* Wat is de ondersteuningsvraag?
* Waar wordt hij blij of verdrietig van?
* Wat vindt hij belangrijk in de omgang?

§3.1.5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het lichamelijk welbevinden in?

In de context van persoonsgegevens

A

Hoe is de somatische staat van de cliënt? Hoe ziet het dieet eruit? Medicatie gebruik

§3.1.6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly