Thema 3 Bewegingsstelsel Flashcards
Wat is een synoviaal gewricht?
Een gewricht die je zichtbaar kan bewegen.
Wat is een cartilagineuze gewricht?
Gewrichten waar je je niet zo bewust van bent:
- Synchondrose: twee botten zijn verbonden met vezelig kraakbeen
Hyaliene kraakbeen:
- Primair: de knieschijven
- Secundair: ligamenten in ruggenwervel
Wat zijn fibreuze gewrichten?
- Gomfose
- Syndesmose (door bindweefsel)
- Synarthrose: beenderen verbonden door een vezelig weefsel (schedel)
Zie afbeelding 11. Watvoor gewricht wordt hier afgebeeld?
Ellipoid gewricht.
Noem drie structuren die voor stevigheid in het gewricht zorgen.
- Ligamenten
- Spieren
- Oppervlaktespanning synoviale vloeistof
Welke 2 botten zitten in de onderarm en welke verbinding zit hiertussen?
De radius en ulma, hier tussen zit syndesmose
Wat is plantairflexie?
De voet naar beneden strekken.
Wat is abductie?
Van het lichaam af bewegen in het coronale vlak.
Wat is inversie?
De binnenrand van de voet wordt geheven.
Wat is protractie?
De schouders worden naar voren gebracht.
Zie afbeelding 12 en benoem de soorten spieren.
Zie afbeelding 13.
Hoe heet het vlies dat het kraakbeen omgeeft? Wat bevindt zich hier?
Perichondrium, hier bevinden zich de chondroblasten
Welke soorten groei kent het kraakbeen?
Interstitiële groei: kraakbeencellen vermenigvuldigen zich en vormen isogene groepen.
Appositionele groei: vanuit het perichondrium en de chondroblasten.
Zie afbeelding 14. Om de lacunae zit veel ECM, die wordt opgebouwd uit verschillende lagen. Welke lagen zijn dit.
Eerste laag: peri-cellulaire matrix (proteoglycanen)
Tweede laag: territoriale matrix (type II collageen)
Derde laag: interterritoriale tusenstof (type I collageen en proteoglycanen)
Noem drie soorten kraakbeen
- Articulair kraakbeen
- Vezelig kraakbeen
- Elastisch kraakbeen
Wat is haematopoiese?
De productie van allerlei bloedcellen in het rode beenmerg.
Uit welke twee soort stoffen bestaat botmatrix?
- Hydroxyapatiet (soort kalk)
- Organische stoffen: type I collageen en glycoproteïnen
Wat is zo bijzonder aan de ontwikkeling van kraakbeen?
Kraakbeen is één van de weinige weefsels waarbij weinig zuurstof in de omgeving de groei van het kraakbeen bevordert.
Wat is basofiel?
Er is veel eiwitproductie, het is een basische cel en kleurt paars op preparaten.
Wat is de voorloper van botmatrix?
Osteoïd
Hoe communiceren osteocyten met elkaar?
Via gap junctions en canaliculi.
Uit welke stappen bestaat de botombouw cyclus?
- Botvorming
- Rust
- Botresorptie
- Terugkoppeling
Wat is het verschil tussen desmale en enchondrale verbening?
Desmale verbening vindt vooral tijdens de foetale ontwikkeling plaats en hierbij worden osteoblasten gevormd en osteoprogenitor cellen die differentieren tot osteoclast.
Enchondrale verbening: hier wordt er eerst een stukje kraakbeen aangelegd en vervolgens wordt dit omgezet in bot.
Benoem in afbeelding 15 de verschillende lagen in de epifysair schijf?
Zie afbeelding 16.
Wat is plexiform bot?
Dit bot is nodig als er heel; snel nieuw botweefsel nodig is, zoals bij een fractuur.
Wat kleurt hematoxyline?
Deze basische kleurstof bindt aan zuren.
Wat kleurt eosine?
Een zure kleurstof die bindt aan de basische componenten van de cel (rood).
Wat gebeurt er bij botontkalking?
De botafbraak blijft op peil, maar de botvorming vermindert. Hierdoor neemt de Bot Mineraal Dichtheid af.
Waar ligt het endosteum om?
Om het trabeculaire bot.
Waar ligt het periosteum om?
Om de buitenkant van het bot.
Welke bindweefsellagen zijn te vinden in een spier. Nog ze alle drie van binnen naar buiten.
- Endomysium: om de spiervezel
- Peridysium: houden een aantal spiervezels bij elkaar.
Epimysium: bindweefselvlies om de gehele spier heen.
Wat is de H-band?
Alleen myosinefilament, tussen beide actinefilamenten.
Wat is de A-band?
Het gehele myosine-filamenten, deze afstand blijft hetzelfde.
Wat is de I-band?
Gebied tussenmyosinefilament en Z-line, die wordt kleiner bij contractie.
Wat is de M-band?
De lijn in het midden van het sarcomeer.
Hoe vindt er contractie in dwarsgestreepte spiervezels plaats?
In de motorische synapsen wordt het neurotransmitter acetylcholine afgegeven aan de spiervezel. Hierdoor komt natrium vrij in de natriumkanalen, deze verspreidt zich over de T-tubuli. Hierdoor worden de Ca-releasekanalen in het sarcoplasmatisch reticulum, dat bindt aan troponine C. Hierdoor komen er bindplekken vrij voor de myosine.
Wat heeft de myosinekop nodig om te binden aan de troponine C?
ADP en P
Hoe vindt er contractie in glad spiervezel plaats?
Calcium in de cel bindt aan het eiwit calmodulin –> MLCK wordt geactiveerd –> ATP wordt omgezet in ADP en P –> myosinekopjes kunnen aan actine binden.
Wat doet calpaine tijdens de spieropbouw?
Dit eiwit zorgt ervoor dat de cytoplasmatische blaasjes aggregeren.
Wat doet dysferline tijdens de spieropbouw?
Als de blaasjes bij het membraan zijn aangekomen, dan zendt dit eiwit een trigger uit dat de blaasjes met het membraan moeten fuseren.
Wat mist er bij Duchenne? Wat is hiervan de functie?
Het eiwit dystrofine, dit fungeert als schokdemper en als deze weg is , zijn de spieren veel vatbaarder voor schade.