Thema 2 Huid en Epitheel Flashcards
Wat zijn de kenmerken van epitheel?
- Aaneengesloten (celverbindingsstructuren)
- Polariteit
- Basale membraan
- Niet doorbloed
Wat is tussen cellen de afsluitende verbindingen en uit welk eiwit bestaat dat?
Tight Junctions, occludine en claudine
Welke hechtende verbindingen zijn er?
Adhesion belts (zonula adherens) en desmosomen (macula adherens)
Welke verbindingsstructuren bevatten het eiwit cadherine?
Adhesion belts en desmosomen.
Welke structuren verbindt adhesion belts?
Actinefilamenten van het cytoskelet.
Welke structuren verbindt desmosomen?
Intermediaire filamenten van het cytoskelet.
Welke verbindingsstructuren bevatten het eiwit integrine?
Hemidesmosomen en focal adhesions.
Wat zijn de functies van het basale membraan? Noem er vijf.
- Stevige verbinding epitheel en bindweefsel
- Compartimentalisatie
- Filtratie
- Structuur voor cellen tijdens de regeneratie
- Signaal en signaaloverdracht.
Hoe krijgt het epitheel zijn voedingsstoffen binnen?
Epitheel bevat geen bloedvaten, maar de bloedvaten in het onderliggende bindweefsel zorgen voor de aan- en afvoer van voedingsstoffen.
Waar vindt men in het lichaam eenlagig plaveiselepitheel?
In de capillairen en de longblaasjes (veel diffusie).
Waar vindt men in het lichaam eenlagig cilinderepitheel?
In de darm (veel actief transport middels kanalen en poorten).
Waar vindt men in het lichaam meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel?
De slokdarm (bescherming)
Waar vind men in het lichaam pseudomeerlagig cilinderepitheel met vervangcellen en trilharen?
In de trachea.
Noem kenmerken van cellen die veel eiwitten produceren.
- Veel rER (vaak basaal gelegen)
- Groot Golgi-apparaat
- Apicaal veel ruimte voor granula
- Kern daardoor basaal gelegen.
Welke soorten secretie zijn er?
- Merocrien
- Apocrien
- Holocrien