Thema 2. Woonomgeving Flashcards
1
Q
de voorziening
A
facility
2
Q
de overeenkomst
A
agreement (plural: similarities)
3
Q
de overlast
A
nuisance/complaint
4
Q
HoReCa
A
Hotel, Rest, Cafes (woon in de buurt van HoReCa)
5
Q
het grofvuil
A
bulky rubbish
6
Q
de verookzaker
A
the cause (the accused)
7
Q
de klager
A
complainant/accuser
8
Q
zich afspelen
A
take place (..speelt zich… af)
9
Q
de Rijksoverheid
A
central government
10
Q
bijhouden
A
keep up to date, follow up on
11
Q
de aangifte
A
accusation
12
Q
uiterlijk
A
at the latest
13
Q
vastleggen
A
register
14
Q
de wijziging
A
change
15
Q
de oorzak
A
cause
16
Q
het hek
A
fence
17
Q
de takken en taken
A
branches (taken=tasks)
18
Q
mondig zijn
A
outspoken
19
Q
de boete
A
fine
20
Q
leiden tot
A
lead to
21
Q
terechtkunnen
A
go into
22
Q
sussen
A
shush, calm down
23
Q
de melding
A
report
24
Q
tot de orde roepen
A
bring into line
25
een forse groei
big/drastic increase
26
oplopen tot
increase
27
teruglopen tot
decrease
28
in vergelijking met
in comparison
29
weleens
ever/sometimes
30
het kattenluikje
cat flap
31
prettig
fine
32
de onzin
nonsence (Wat een onzin!)
33
Ik ben het ermee eens... (Daar ben ik het niet mee eens want..)
I agree
34
de herkansing
resit
35
