Thema 2: Trillingen en golven Flashcards
Periodieke beweging
Als een voorwerp een herhaalde beweging uitvoert, noem je die beweging een periodieke beweging.
Periode (T)
Duur van 1 cyclus
Frequentie
Aantal cycli per seconde
Trilling
Een trilling is een periodeke beweging waarbij een voorwerp heen en weer beweegt rond 1 bepaald punt of lijn.
Uitwijking (y)
Plaats van een voorwerp op een bepaald tijdstip
Amplitude (A)
Maximale uitwijking
Enkelvoudige harmonische trilling
Als je een periodieke trillende beweging kunt beschrijven met een sinusfunctie, is het een HT
Golflengte
De afstand tussen opeenvolgende punten op een golf die dezelfde fase hebben.
Golffrequentie
Het aantal golven dat per seconde voorbijkomt
Resonantie
De resonantie van trillingen verwijst naar het fenomeen waarbij een trillend systeem een maximale amplitude bereikt als de frequentie van een externe aandrijvende kracht overeenkomt met de natuurlijke frequentie van dat systeem.
Samengestelde harmonische trilling
Bestaat uit de som van meerdere enkelvoudige HT met een eigen amplitude, frequentie en fase.
Toon
Tonen van een muziekinstrument worden veroorzaakt door de som van harmonische trillingen met verschillende frequenties.
Bewegingsvergelijking
De functie y(t) geeft de positie van de massa in functie van de tijd weer.
Pulsatie, hoeksnelheid
Wat de snelheid, periode en frequentie van de trilling bepaalt.
Beginfase
Wat de snelheid, periode en frequentie op het tijdstip t=0s bepaalt.
In fase
Als het faseverschil gelijk is aan n *2π
In tegenfase
Als het faseverschil gelijk is aan (2n+1)π
In tegenfase
Als het faseverschil gelijk is aan (2n+1)π