Test Trillingen Flashcards
Periodieke beweging
Als een voorwerp een herhaalde beweging uitvoert, noem je die beweging een periodieke beweging.
Periode
Duur van 1 cyclus (s)
Frequentie
Aantal cycli per seconde (Hz)
Verband periode en frequentie
f=1/T, T=1/f
Trilling
Een trilling is een periodieke beweging waarbij een voorwerp heen en weer beweegt rond 1 bepaald punt of lijn.
Uitwijking
Plaats van een voorwerp op een bepaald tijdstip.
Amplitude
Maximale uitwijking
Enkelvoudige harmonische trilling
Wanneer je een periodieke trillende beweging kunt voorstellen als een sinusfunctie, spreekt men van een harmonische trilling.
Samengestelde harmonische trilling
Een samengestelde harmonische trilling bestaat uit de som van meerdere enkelvoudige harmonische trillingen met elks hun eigen amplitude, periode en frequentie.
Bewegingsvergelijking
De functie y(t) geeft de positie van de massa in functie van de tijd weer.
Afleiding sinusfunctie
y(t)= A.sin(Wt + f0)
Pulsatie
Hoekfrequentie, hoeksnelheid (rad/s)
Fase
De fase van een HT is het argument van een sinusfunctie.
Faseverschil
De onderlinge vertraging of voorsprong in de fasen van 2 trillingen
In fase
Even veelvoud van pi
In tegenfase
∆f = (2n+1) pi
Terugroepkracht
Kracht die probeert om het systeem terug te brengen naar zijn evenwichtspositie als het wordt verplaatst.
Eigenfrequentie
Natuurlijke frequentie waarmee het systeem vanzelf trilt als je het uit evenwicht brengt.
Totale mechanische energie
Hangt af van krachtconstante en amplitude
Gedempte harmonische trilling
Een trilling waarbij de amplitude geleidelijk afneemt door externe krachten of wrijving.
Kritische drempel
Demping heel groot dus systeem gaat naar evenwichtspositie.
Gedwongen harmonische trilling
Ontstaat door een externe kracht die het energieverlies van een gedempte HT kan compenseren.
Resonantie
Het verschijnsel waarbij de amplitude van een gedwongen harmonische trilling zijn maximale waarde bereikt, noemt men resonantie.