Thema 2 Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

juridisch statuut

A

Een juridisch statuut is de rechtsvorm van een op te richten onderneming. Om de juiste keuze te maken moet men goed het verschil kennen tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon. Elke persoon heeft eigen rechten, plichten, bezittingen en schulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

natuurlijk persoon

A

Een natuurlijk persoon heeft eigen rechten en plichten die hij/zij kan uitvoeren zonder tussenkomst van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rechtspersoon

A

Een rechtspersoon beschikt over eigen rechten en plichten die losstaan van de oprichters van de onderneming. De rechtspersoon vormt een aparte juridische entiteit en heeft een fysiek persoon nodig die de rechten en plichten kan laten uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aansprakelijkheid

A

Aansprakelijkheid is de verplichting om de nadelige gevolgen van een bepaalde gebeurtenis te dragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oprichtingsakte

A

Om de creatie van een rechtspersoon te voltooien, moet je de oprichtingsakte (met daarin de statuten van de vennootschap met al haar kenmerken, zoals naam, zetel en doel, en haar werkingsregels) neerleggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank van de zetel van jouw rechtspersoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

authentieke akte

A

authentieke akte Een authentieke akte is een notariële akte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

onderhandse akte

A

Een onderhandse akte is een akte waarbij geen tussenkomst van een notaris nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vestigingsvoorwaarden

A

Je zult enkele officiële zaken in orde moeten brengen vooraleer je een onderneming kunt opstarten. Alle verplichtingen waaraan een ondernemer moet voldoen om een onderneming te kunnen opstarten, zijn de vestigingsvoorwaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ondernemingsvorm

A

Er zijn twee grote ondernemingsvormen: de eenmanszaak en de vennootschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

persoonsgebonden voorwaarden

A

Ondernemingsgebonden voorwaarden zijn startersvoorwaarden zoals marktonderzoek, financiering en businessplan waaraan je als ondernemer moet voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sociaal statuut

A

Je kan als zelfstandige het sociaal statuut kiezen:
* Wanneer je ondernemer in hoofdberoep bent, zijn de inkomsten uit je zelfstandige activiteit je enige inkomstenbron.
* Wanneer je als ondernemer een zelfstandige activiteit in bijberoep begint, heb je daarnaast nog een andere job die je minstens halftijds uitoefent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

startersformaliteiten

A

Er zijn naast de startersvoorwaarden nog verschillende startersformaliteiten die je moet doorlopen. Je zult je statuut als zelfstandige in orde moeten brengen en je onderneming registreren bij verschillende instanties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociaal verzekeringsfonds

A

Vooraleer je start als zelfstandige, moet je je verplicht aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Ook zelfstandigen in bijberoep zijn hiertoe verplicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociale rechten

A

Elk kwartaal zul je sociale bijdragen betalen, waardoor je toegang krijgt tot sociale rechten: gezinsbijslag, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, pensioen …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)

A

Iedereen die een eigen zaak wil oprichten, moet zich inschrijven in de KBO. Het is een basisdatabank waarin de overheid alle gegevens van ondernemingen verzamelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ondernemersloket

A

In een erkend ondernemingsloket kan je je inschrijven bij de KBO.

17
Q

ondernemingsnummer

A

Na je inschrijving via het ondernemingsloket krijg je een ondernemingsnummer, dat meteen ook je btw-nummer is. Zodra je dat toegekend krijgt, kun je van start gaan met je activiteiten als ondernemer.

18
Q

basisvenootschappen

A
  • bv: besloten vennootschap
  • nv: naamloze vennootschap
  • cv coöperatieve vennootschap
  • maatschap
    o CommV: commanditaire vennootschap
    o Vof: vennootschap onder firma