Thema 2 gezondheidsindicatoren in relatie tot arbeid Flashcards
Gezondheidsindicatoren
Eén manier waarop we inzicht proberen te krijgen in de relatie tussen arbeid en gezondheid is door het meten van gezondheidsindicatoren. Ziekteverzuim en de mate van voorkomen van werkgerelateerde psychische aandoeningen zijn zulke indicatoren. Hiermee krijgen we namelijk zicht op hoe werkend Nederland zich voelt en presteert, en op óf en wanneer werk ziekmakend kan zijn.
In dit thema sta je stil bij enkele belangrijke gezondheidsindicatoren zoals ervaren gezondheid, werkgerelateerde aandoeningen, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Ook bekijken we hoe gezondheid van invloed kan zijn op prestaties en andersom en de processen waarlangs werkgerelateerde problemen ontstaan. Tot slot maak je kennis met het vakgebied dat deze gezondheidsindicatoren in kaart brengt en probeert te ontrafelen, de epidemiologie.
presenteïsme
het blijven werken wanneer men zich niet goed voelt en niet al zijn capaciteiten kan benutten. Het grootst in de gezondheidszorg, het onderwijs en de adviessector
De relatie tussen gezondheid, ziekte en prestaties is niet eenduidig. Wat zijn hiervoor belangrijke verklaringen?
Deze begrippen zijn veelomvattend. Gezondheid is niet hetzelfde als niet ziek zijn of niet verzuimen. Vaak verzuimen mensen met gezondheidsklachten toch niet van hun werk (presenteïsme). Ook het begrip ‘prestaties’ is moeilijk eenduidig te operationaliseren. Zo is er onderscheid tussen het prestatieproces en prestatie-uitkomsten. Beide kunnen op verschillende manieren worden beïnvloed door gezondheid en ziekte.
De aard en ernst van de gezondheidsklachten en het type werk of prestatie is van invloed op de relatie tussen gezondheid en prestaties.
Niet alleen kan de gezondheid de prestaties beïnvloeden, ook het werken zelf en het daarmee het leveren van prestaties kan de gezondheid positief beïnvloeden.
Het al dan niet doorwerken met klachten hangt onder andere af van:
hoe groot de gevolgen van afwezigheid zijn voor anderen (zoals cliënten of collega’s). Mensen die in een team werken melden zich minder vaaak ziek.
Werkdruk
of er gevolgen zijn voor het inkomen of het risico op ontslag.
de aard en ernst van de aandoening; belemmeren de klachten het reizen naar het werk en het uitvoeren van de werkzaamheden? Is er medicatie voor. Is het een acceptabel excuus.
afwijzende reacties van collega’s of chef.
de sociale norm.
Thuissituatie bvb slechter dan het werk
Men doet het werk graag en vindt het interessant
goede relaties met collega’s en klanten
Interactie en cumulatie effecten: gezonde mensen zullen zich minder snel ziek melden wanneer zij ziek worden, minder fitte mensen of mensen die blootstaan aan spanningen, kunnen zich bij een milde aandoening wel meteen ziek melden.
Ziek doorwerken kan gezien worden als tegengesteld aan ziekteverzuim.
arbeidsprestaties
in alle soorten arbeid is er sprake van een transformatieproces dat beoogt een arbeidsobject van een gegeven toestand in een gewenste toestand te doen overgaan. Met de term arbeidsprestatie wordt zowel het transformatieproces als het behaalde resultaat bedoeld.
Een prestatieproces is een complexe activiteit die onder cognitieve controle staat en gestuurd wordt vanuit mentale representaties van het werk en het te bereiken resultaat.
prestatie uitkomsten
Verschillende types
-taakprestatie (ook wel in rol prestatie): hoezeer iemand voldoet aan de specifieke vereisten van een baan
-specifieke werkgedragingen zonder deze in de context van een rol te plaatsen, bvb kwaliteit, proactiviteit, aanpassingsvermogen
-contextuele, prosociale of extra-rolprestaties, ook organizational citizenship behavior OCB (bvb betrokkenheid).
-contraproductieve prestaties die schadelijk kunnen zijn voor organisaties, bvb stelen, pesten…
gezondheid prestatie uitkomsten
volgens de gelukkige productieve werknemer hypothese zijn werknemers ofwel gelukkig en productief, ofwel ongelukkig en niet productief. Maar uit onderzoek blijkt dat de relatie tussen productiviteit en welzijn slechts van middelmatige sterkte is en dit voor vele werknemrs dus niet het geval blijkt te zijn.
Alleen bevogenheid van werk lijkt een consistente en positieve relatie te hebben met werkprestatie.
ziek doorwerken leidt over het algemeen tot verminderde prestatie.
ziekte en de regulatie van menselijke hulpbronnen
4 manieren waarop ziekte de hulpbronen kan beïnvloeden en kan leiden tot een achteruitgang van de prestaties:
-belemmering van neuraal functioneren als gevolg van de ziekte zelf (bvb MS,…)
-belemmering van de cerebrale bloedstroom door verminderd metabolisme van glucose en zuurstof (bvb cardiovasculaire ziekte, diabetes,)
- symptoomeffecten, bvb gevolgen van negatieve psychische toestanden zoals angst, moeheid,..
-gezondheidsgedrag, bvb gevolgen van medicatie,…
Om te kunnen handelen is een ongstoorde werking van de hersenen, het waarnemingsapparaat en het motorische apparaat nodig. Wanneer deze werking verminderd is, zal dat leiden tot minder goede prestaties, tenzij dit kan worden gecompenseerd door strategieverandering. bvb anders werken en meer beroep doen op routines, tijd anders indelen, andere spieren gebruiken.
In geval van psychologische aandoeningen kan de cognitieve regulering zel beinvloed worden doordat de executieve functies achteruit gaan, het geheugen vermindert en er minder goed geleerd wordt.
Hockey 2002 wijst erop dat mensen over het algemeen zullen proberen een voorgenomen arbeidsresultaat te realiseren, ook bij stress reacties zoals fysieke gezondheidsklachten
3 modi van werken:
*engaged: het direct aanpakken van de stressor binnen de grenzen van het energetisch budget, waarbij het prestatieresultaat zo veel mogelijk gelijk blijft.
*disengaged: de subjectieve taak bijstellen, waarbij het prestatiereultaat daalt (=stapje terug doen). Deze modus wordt niet vaak gekozen)
*strain: extra inspanning leveren, ondanks de spanningsklachten, met als doel het prestatie resultaat te handhaven.
Meestal zal er een mogelijkheid zijn van latente prestatie-afname: het werk lijdt ogenschijnlijk niet, maar tegen de achtergrond zijn er toch minder wenselijke veranderingen, bvb verwaarlozen van neventaken, minder inspanning, vermoeidheid, riskante beslissingen,….
specifieke ziektes en aandoeningen
onderscheid:
-acute aandoeningen, bvb griep (tast de aandacht aan), verkoudheid (tast tracking-taken aan)
-chronische aandoeningen
Verschillende ziektes kunnen specifieke effecten oproepen die de prestaties van mensen kunnen beïnvloeden. De lichamelijke effecten van ziekte op werkprestaites zijn niet voor iedereen gelijk.
Mediatoren en moderatoren in relatie tot gezondheid en prestaties
Een mediator verklaart op welke manier 2 variabelen gerelateerd zijn. Een medierende variabele geeft een reden voor een effect (causaal)
Tenney (2006) noemt:
-verzuim, presenteïsme, zelfregulatieprocessen, motivatie, creativiteit, positieve relaties hebben met anderen.
Een moderator beïnvloedt de sterkte en richting van een relatie tussen 2 variabelen, geeft context aan het effect en is niet causaal.
Warr en Nielson (2018) bespreken verschillende moderatoren die de relatie tussen werkprestaties en gezondheid kunnen versterken of verzwakken:
-(hoge) eisen die een omgeving aan een individu kan stellen
-de mate waarin goede prestaties ook een voordeel opleveren voor de werknemr zelf
-persoonskenmerken, bvb een sterke prestatiemotivatie. Zie bvb job-crafting.
effecten van prestaties op de gezondheid
Wederkerige relaties: het leveren van prestaties kan de gezondheid beïnvloeden en de gezondheid kan de prestatie die wordt geleverd beïnvloeden.
Arbeidstherapie: bij mensen die door lichamelijke of geestelijke aandoening of ziekte lange tijd uitvielen, werkt het verrichten van arbeid vaak als een medicijn.
Het verrichten van een prestatieproces speelt ook een rol: het leveren van succesvole prestaties heeft in het algemeen een positief effect op de gezondheid. Maar bij ziek doorwerken zal het leveren van succesvolle prestaties moeilijker zijn. In het algemeen zullen de persoonlijke kosten dan hoger zijn dan normaal en zal er minder efficiënt gewerkt worden. Dat hoeft geen probleem te zijn als de werknorm en werktijd enigzins aangepast kunnen worden.
In functies met weinig regelmogelijkheden en hoge taakeisen wordt grotere achteruitgang van prestaties waargenomen. Indien een aandoening blijft bestaan, kan doorwerken resulteren in emotionele uitputting en leidt tot meer gezondheidsproblemen en verzuim op een later moment. Zo’n negatieve keten van gebeurtenissen kan een verklaring zijn voor de samenhang tussen presenteïsme en verzuim.
De relatie tussen verzuim en ziek doorwerken wordt ook beïnvloed door de manier waarop de samenleving hiermee omgaat. Druk om te presteren kan een stressor vormen die re-integratie belemmert.
prestaties kunnen een positieve utwerking hebben op gezondheid wanneer volgende voorwaarden vervuld zijn:
-de werkomgeving is vrij van schadelijke invloeden
-de taaklast kan gedoseerd worden en er is gelegenheid om de werkwijze aan te passen, zodat de werknemr al werkende kan herstellen. Het bedrijf moet dan tijdelijk genoegen nemen met een lagere productiviteit.
er moet een balans zijn tussen werkeisen en capaciteiten, belasting en belastbaarheid, inspanning en opbrengsten.
Hoe worden ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid uitgedrukt? Welke centrale grootheden zijn hierbij relevant?
Er zijn drie belangrijke verzuimgrootheden:
-Het ziekteverzuimpercentage geeft aan hoeveel werkbare dagen in een bepaalde periode verloren zijn gegaan aan ziekteverzuim. Deze maat geeft informatie over de omvang van het ziekteverzuim.
-De meldingsfrequentie geeft aan hoe vaak werknemers zich in een bepaalde periode hebben ziek gemeld. Deze maat geeft informatie over de aard van het verzuim
-De gemiddelde verzuimduur geeft aan hoe lang werknemers in een bepaalde periode gemiddeld per geval hebben verzuimd. Deze maten geeft ook informatie over de aard van het verzuim
Er zijn ook drie relevant arbeidsongeschiktheidsgrootheden
-Het arbeidsongeschiktheidspercentage beschrijft het aantal lopende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in de werkzame beroepsbevolking. Deze maat geeft informatie over de prevalentie van arbeidsongeschiktheid.
-Het instroompercentage beschrijft het aantal nieuwe uitkeringen in een bepaalde periode in de werkzame beroepsbevolking. Deze maat geeft informatie over de incidentie van arbeidsongeschiktheid.
-Het uitstroompercentage beschrijft het aantal beëindigde uitkeringen ten opzichte van het totaal aantal uitkeringen (lopende en nieuwe) tijdens een bepaalde periode. Deze maat geeft informatie over de kans op beëindiging van een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Welke determinanten van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid kunnen worden onderscheiden? Benoem de vier typen determinanten en licht deze toe in relatie tot verzuim.
1) Gezondheidsfactoren
Gezondheid is een belangrijke determinant van ziekteverzuim. De belangrijkste gezondheidsklachten zijn griep of verkoudheid, gevolgd door fysieke klachten (in het bijzonder rugklachten). Ook psychische klachten (burn-out, vermoeidheid, hoofdpijn en concentratieproblemen) zijn relatief belangrijke ziekteveroorzakers. Bij arbeidsongeschiktheid is vaak ernstigere psychische problematiek aan de orde.
2) Persoons- en privéfactoren
Dit is ook een belangrijke determinant van ziekteverzuim. Over het algemeen is verzuim hoger onder ouderen, vrouwen, lager opgeleiden en mensen met een Nederlandse achtergrond. Persoonsgebonden verzuimfactoren omvatten factoren als persoonlijkheid (bijvoorbeeld laag scoren op de factor vriendelijkheid), leefstijlfactoren (bijvoorbeeld roken, obesitas) en sportblessures. Een belastende thuissituatie is in bepaalde gevallen ook gerelateerd aan verzuim (bijvoorbeeld bij langdurige ziekte van een gezinslid).
3) Werkkenmerken
Wat betreft werkkenmerken kunnen arbeidsinhoud en -omstandigheden, arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden een rol spelen.
-Arbeidsinhoud en -omstandigheden: belangrijk zijn een hoge en ongunstige fysieke arbeidsbelasting, een hoge psychosociale belasting en een conflict op het werk. Hoge taakeisen hebben vaak een negatieve invloed maar soms ook een positieve.
-Arbeidsverhoudingen: een goed psychosociaal veiligheidsklimaat hangt negatief samen met verzuim. Ook verzuimcultuur is van invloed: een tolerante verzuimcultuur hangt samen met meer verzuim.
-Arbeidsvoorwaarden: de invloed van arbeidsvoorwaarden is niet eenduidig en soms ook lastig te onderzoeken (bijvoorbeeld de relatie tussen inkomen en ziekteverzuim). Een consistent belangrijke factor voor het voorkomen van verzuim is een goed werktijdenrooster.
4) Maatschappelijke factoren
Hier spelen conjunctuur en sociale zekerheid een rol.
-Conjunctuur: trends in het werkloosheidspercentage lijken een omgekeerd verband te hebben met ziekteverzuim. In een periode van afname van werkeloosheid, neemt het ziekteverzuim in het algemeen toe. Dit conjunctuurverschijnsel kent meerdere verklaringen: angst voor werkloosheid, selectie-effect, arbeidsbelastingeffect en het conjunctuureffect.
-Sociale-verzekeringsstelsel: de wetgeving rondom ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid is in Nederland anders dan in andere Europese landen, wat mogelijk samenhangt met een hoger ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
De literatuur onderscheidt twee theoretische hoofdstromen als verklaringsmodel voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Welke zijn dat? Leg deze uit en geef aan in welk opzicht beide stromingen van elkaar verschillen.
Het model arbeidsbelasting gaat ervan uit dat er een discrepantie is tussen de taakeisen en de capaciteiten van de werknemer om aan die eisen te voldoen. Als de arbeidsbelasting en de individuele belastbaarheid te lang uit balans zijn en het lichaam onvoldoende kan herstellen, dan treden er gezondheidsklachten op.
Het beslissingsmodel gaat ervan uit dat mensen de beslissingsvrijheid hebben om zich ziek te melden. Als de uitwisselingsrelatie tussen werkgever en werknemer uit balans is (de werknemer investeert meer dan hij er van de organisatie voor terugkrijgt), kan de werknemer zich ziek melden om te compenseren voor de negatieve aspecten in het werk.
Het model arbeidsbelasting sluit aan bij een stresstheoretisch perspectief. Het beslissingsmodel is een sociaalpsychologisch model.