thema 2: Functionele bouw van de cel Flashcards
wat is biosfeer
waar leven mogelijk is
uit wat is biosfeer opgebouwd
grote en kleine ecosystemen
wat is een ecosysteem
omvat meerdere biotopen waar verschillende soorten organismen leven
uit wat zijn levende organismen opgebouwd
dezelfde eenheid = de cel
wat zijn eencellige organismen
levensprocessen spelen zich af in 1 cel
wat zijn meercellige organismen
verschillende celtypes met elk hun eigen functie
wat zijn de verschillende celtypes
- zaadcellen
- wortelcellen
- zenuwcellen
- vetcellen
welke organisatieniveau’s heb je
- submicroscopisch
- microscopisch
- macroscopisch
leg macroscopisch uit
alles wat je kunt zien met het blote oog
leg microscopisch uit
- kun je niet zien met het blote oog maar wel met een microscoop
- alles met een grote tussen 1mm en 1 micrometer
leg submicroscopisch uit
- niet te zien met het blote oog of met een microscoop
- nog kleiner
waarom komen organismen, stelsels en organen zoveel op microscopisch op als macroscopisch niveau voor?
zijn ééncellige organismen (enkel waarneembaar microscopisch)
wat kan je zien macroscopisch
- biosfeer
- ecosysteem
- gemeenschap
- populatie
- organisme
- stelsel
- orgaan
wat kan je zien microscopisch
- organisme
- stelsel
- orgaan
- weefsel
- cel
- celorganel
wat kan je zien submicroscopisch
- celorganel
- molecule
- atoom
geef wat meer uitleg bij celmembraan
schermt de inhoud of inwendig milieu af
voor wat is de celmembraan allemaal een grens
- onderdelen cel binnenhoudt
- ongewenste stoffen binnenhoudt
- transport voedingsstoffen in cel toelaat
- transport afvalstoffen uit cel toelaat
wat hebben plantaardige cellen nog rond hun celmembraan
een celwand dient voor meer bescherming
wat zijn eurkaryote cellen
cellen met DNA in de celkern (plantaardige en dierlijke cellen)
wat zijn prokaryote cellen
in deze cellen zit het DNA vrij in de cytoplasma
wat zit er nog in het cytoplasma van plantaardige cellen
- bladgroenkorrels
- vacuole
uit wat bestaat het celmembraan
bestaat vooral uit fosfolipiden
leg de fosfolipide dubbellaag uit
een fosfolipide heeft een hydrofiele kop en 2 hydrofobe staarten
- hydrofiele koppen richten zich naar waterige oplossing
- hydrofobe staarten richten zich naar mekaar en dus weg van de waterige oplossing
wat zit er tussen fosfolipiden
- cholesterol
wat is de invloed van cholesterol
- beïnvloed bewegelijkheid celmembraan
- meer cholesterol = meer stevigheid, minder flexibel
- te veel cholesterol = stapelt zich op in aders
gevolg = aderbreuk
wat zijn signaalmoleculen
- suikers
- glycolipide
wat zijn de verschillende functies van glycoproteïne en kanaaleiwit
- transport
- immuniteit
- signaal
- aanhechting tussen cellen
voor wat zorgen cellulosevezels
- structuur
- stevigheid