Thema 2, Basisstof 5 Flashcards
1
Q
Mutatie
A
Een verandering in de nucleotidenvolgorde van het DNA
2
Q
Puntmutatie
A
Het DNA is op een plaats veranderd.
- een stikstofbase is toegevoegd, verwijdert of vervangen.
3
Q
Genoommutatie
A
Het aantal chromosomen in een cel is veranderd.
- bij meiose 1 blijven twee chromosomen bij elkaar.
- bij meiose 2 blijven twee chromotiden bij elkaar.
- een dochtercel heeft een chromosoom te veel of te weinig.
4
Q
Mutagene invloeden
A
- straling
- stoffen
- virussen
5
Q
Beperken van mutaties
A
- enzymen repareren beschadigingen in het DNA.
- het tumorsuppressorgen maakt eiwitten die de celcyclus stilleggen of ervoor zorgen dat een cel overgaat tot celdood tot de enzymen het DNA hebben gerepareerd.
6
Q
Gevolgen mutaties
A
- recessieve mutaties of mutaties in een chromosoom zijn vaak niet merkbaar.
- grote gevolgen als ze ontstaan in geslachtscellen, een bevruchte eicel of een embryo.
- vergroten de overlevingskans van een populatie.