Thema 2 Flashcards
Welke 4 mechanisme zijn deel van het passieve sta-apparaat van het achterbeen van het paard?
- Spanzaagmechanisme ( M. flexor digitalis superficialis + m. eroneus tertius)
- Knieslotmecahnisme ( Patella + intermediate patella ligament + mediale patella ligament + mediaal tuberculum van femur condyl + M. quadriceps, vastus medialis)
- Kogeldraagapparaat (tendo interossus + 2 proximale sesambeentjes + aantal distale sesambeenligamenten)
- Checkligament (distale checkligament)
wat zijn fibreuze gewrichten?
gewrichten die vanuit bindweefsel een benige verbinding vormen (waren ooit bewegelijk) zoals schedelnaden
wat zijn kraakbeengewrichten?
kunnen een beetje in- en uitdeuken maar niet heel veel. bv. overgang ribben-borstbeen, schaambeen.
Wat zijn synoviaal gewrichten?
2 botdelen bekleed met hyalien kraakbeen waar synovia (gewrichtsvloeistof) tussen zit voor bewegelijkheid. bv. knie, schouder, elleboog
waaruit bestaat een synoviaal gewricht?
kapsel houdt de synovia bij het kraakbeen. de synovia wordt opgenomen in het kraakbeen en ij beweging er weer uitgeperst. dit zorgt voor voeding van het kraakbeen. heeft extracapsulaire structuren zoals gewrichtsbanden. kunnen ook nog andere structuren bevatten zoals menisci
waar is hyalien kraakbeen uit opgebouwd?
chondrocyten en matrix van collageen vezels type 2 samen met proteoglycaanaggregaten die extracellulair water binden. collageen zorgt voor de weerstand tegen trekkrachten en proteoglycaanaggregaten voor drukkracht.
Hoe is synoviaal membraan opgebouwd?
binnenzijde bekleed met vlokken en bevat losmazig bindweefsel naast veel bloed- en lymfevaten. bekleed met A- e B-synoviocyten. A lijkt op macrofaag en B op fibroblast.
Hoe is synoviaal membraan opgebouwd?
binnenzijde bekleed met vlokken en bevat losmazig bindweefsel naast veel bloed- en lymfevaten. bekleed met A- e B-synoviocyten.
Wat zijn/doen A- en B-synoviocyten?
A lijkt op macrofaag en B op fibroblast. beide cellen fagocyteren en secretorisch (hyaluronzuur en eiwitten) vermogen. A meer nadruk op fagocyteren en B op secretie.
gradering van patella luxatie?
- Graad 1 =incidentele bevinding zonder kreupelheid. Patella kan uit de groeve gemanipuleerd worden maar springt zelf terug. Er zijn geen klinische symptomen.
- Graad 2= luxeert regelmatig, met klinische symptomen (pootje in lucht staan). Kan manueel gemakkelijk geluxeerd en teruggeplaats worden.
- Graad 3= Continue aanwezige luxatie, patella kan in groeve geplaats worden maar springt meteen weg wanneer losgelaten.
- Graad 4= continue aanwezige luxatie, patella is niet meer in groeve te plaatsen.
osteochondrose latens=
vroeg (subklinisch) stadium bij genetische dragers
osteochondrose manifesta =
lokale stoornis endochondrale ossificatie en retentie kraakbeen. kan zich manifesteren maar hoeft niet. verschijnsleen zijn: dier loopt niet lekker maar ook niet echt kreupel.
Osteochondrose dissecans (OCD)
Vorming van kloven in necrotisch kraakbeen met fragment vorming (kraakbeen of bot)
subchondrale botcyste=
influx synoviale vloeistof in kloven of necrose van losse kraakbeenflap. kan ook traumatisch ontstaan zijn (tgv. arthrose)
Hoe gaat de ortolani test?
Heup in subluxatie brengen door:
- dijbeen te adduceren
- femur op te drukken richting het bekken
- femur te abduceren