thema 2 Flashcards

1
Q

wat zijn de 4 stofklassen?

A
  • zuren
  • hydroxiden
  • oxiden
  • zouten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke chemische stoffen bevatten zuren?

A

HZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke chemische stoffen bevatten hydroxiden?

A

MOH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke chemische stoffen bevatten oxiden?

A

MO of nMO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke chemische stoffen bevatten zouten?

A

MZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

H

A

waterstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nM

A

niet metaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

M

A

metaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

O

A

zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Z

A

zuurrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de kenmerkende functionele groep van zuren

A

H vooraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de kenmerkende functionele groep van hydroxiden

A

OH achteraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de kenmerkende functionele groep van oxiden

A

O achteraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de kenmerkende functionele groep van zouten

A

M vooraan

Z achteraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welk OG heeft groep Ia?

A

+I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk OG heeft groep IIa?

A

+ II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welk OG heeft groep IIIa?

A

+ III

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welk OG heeft groep IVa

A

+ IV of - IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

welk OG heeft groep V?

A
  • III
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

welk OG heeft groep VI?

A
  • II
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

welk OG heeft groep VII?

A
  • I
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

OG van zuurstofgas

A
  • II
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

OG van waterstof

A

+ I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

bruttoformule samenstellen!!!

A

k

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

binaire zuren

A

bestaan uit 2 soorten atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

ternaire zuren

A

bestaan uit 3 soorten atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

1

A

mono

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

2

A

di

29
Q

3

A

tri

30
Q

4

A

tetra

31
Q

5

A

penta

32
Q

6

A

hexa

33
Q

7

A

hepta

34
Q

8

A

octa

35
Q

9

A

nona

36
Q

10

A

deca

37
Q

formulevorming binaire zuren

A

HnM

38
Q

formulevorming ternaire zuren

A

HnMO

39
Q

naamvorming binaire zuren

A

(voorvoegsel) + waterstof + verkorte naam nM + ide

40
Q

naamvorming ternaire zuren

A

(voorvoegsel) + waterstof + verkorte naam van nM + aat

41
Q

H2S

A

diwaterstofsulfide

42
Q

H3PO3

A

triwaterstoffosfaat

43
Q

formulevorming hydroxiden

A

M(OH) of MOH

44
Q

naamvorming hydroxiden

A

metaal + (voorvoegsel) + hydroxide

45
Q

Ca(OH)2

A

calciumdihydroxide

46
Q

2 soorten oxiden

A
  • metaaloxiden

- niet-metaaloxiden

47
Q

formulevorming metaaloxiden

A

MO

48
Q

naamgeving metaaloxiden

A

(voorvoegsel) + metaal + (voorvoegsel) + oxide

49
Q

formulevorming niet-metaaloxiden

A

nMO

50
Q

naamvorming niet-metaaloxiden

A

(voorvoegsel) + niet-metaal + (voorvoegsel) + oxide

51
Q

Al2O3

A

dialuminiumtrioxide

52
Q

Br2O7

A

dibroomheptaoxide

53
Q

verkorte vorm niet-metaal zuurstof

A

Ox-

54
Q

verkorte vorm niet-metaal chloor

A

Chlor

55
Q

verkorte vorm niet-metaal broom

A

Brom-

56
Q

verkorte vorm niet-metaal jood

A

jod-

57
Q

verkorte vorm niet-metaal fluor

A

fluor-

58
Q

verkorte vorm niet-metaal zwavel

A

sulf-

59
Q

verkorte vorm niet-metaal stikstof

A

nitr-

60
Q

verkortevorm niet-metaal: koolstof

A

carbon

61
Q

naamvorming binaire zouten

A

(voorvoegsel) + metaal + (voorvoegsel) + naam binaire zuurrest (IDE)

62
Q

2 type zouten

A
  • binaire zouten

- ternaire zouten

63
Q

formulevorming binaire zouten

A

MnM

64
Q

formule vorming ternaire zouten

A

M(nMO)

65
Q

Al2S3

A

dialuminiumtrisulfide

66
Q

naamvorming ternaire zouten

A

(voorvoegsel) + metaal + (voorvoegsel) + naam ternaire zuurrest (AAT)

67
Q

Al2(CO3)3

A

dialuminiumtricarbonaat

68
Q

ammonium

A

NH4+