Thema 1 Flashcards

1
Q

wat zijn de drie stappen van de driestapsraket

A

er gebeurt iets in het leven van mensen

de gebeurtenis roept vragen op

de mensen proberen op de en of andere manier een antwoord op die vragen te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de stomme defenitie van levensbeschouwing

A

een proces van bewuste of onbewuste zingeving door de mens/en/of de/het andere op basis van ervaringen en tradities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitleg een proces

A

een levenslange opdracht waabij elke mening steeds kan veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitleg van bewuste of onbewuste

A

soms denk je er bewust over maar vaak gebeurt het zonder dat je erg in hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uitleg van zingeving

A

alles vertrekt vanuit de ‘waarom’ vraag. Je beantwoordt de vraag waaromje iets doet, belangerijk vindt en geeft zo ‘zin’ aan je leven. Wat vind ik zin-vol, wat geeft mijn leven waarde,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitleg van door de mens en/of de/het andere

A

de mens zoekt antwoorden in het eigen menselijke of bij het hogere of hogere personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

door de mens

A

geluk bij medemensen zoeken: relaties, contacten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de/het Andere

A

geluk zoeken bij dat wat leven overstijgt/god

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

en

A

en verhaal: christen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

of

A

of verhaal: ongelovige mens/kloostering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uitleg op basis van ervaringen en tradities

A

steeds gebaseerd op ervaringen van mensen. Ervaringen die samenkomen tot tradities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

proces bewandelen van je levensweg

A

je doorloopt een levensweg tussen geboorte en dood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

van bewuste of onbewuste bewandelen van je levensweg

A

je stippelt soms bewust de weg uit, op andere momenten rij je op automatische piloot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zingeving bewandelen van je levensweg

A

je maakt keuzes waar je naartoe wil (= je bestemming, je reisdoel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

door de mens en/of de/ het andere bewandelen van je levensweg

A
  • je ontmoet op reis veel mensen die soms reisgenoot worden
    (=relaties)
  • GPS = waakt er een ander over jou, die route je volgt/ richting geeft?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

op basis van ervaringen en tradities bewandelen van je levensweg

A
  • je raakt soms de weg kwijt of kan pech hebben.
  • je beleeft op die reis van alles
  • aangelegde wegen = tradities
17
Q

levensbeschouwing is niet

A
  • de gebeurtenis of ervaring beschrijven

* het gevoel beschrijven

18
Q

levensbeschouwing is

A

de manier van kijken naar/omgaan met beschrijven

19
Q

vanwaar komt het woord religie

A

latijnse religare wat verbinden betekend

20
Q

wat is religie

A

alles wat mensen verbind kan religie zijn

21
Q

wat is godsdienst

A

bij een godsdienst geloof je in een god of goden en daarbij horende leer, tradities en rituelen

22
Q

intellectuele of kerndiimensie

A

geloofsinhoud, kennis van de voornaamste geloofspunten, men weet wat men gelooft

23
Q

spirituele dimensie

A

persoonlijke overtuiging, affectieve betrokkenheid bij het geloven, en zich goed voelen, handelen en leven volgens je gelovige visie

24
Q

ethische dimensie

A

opvatting over wat goed en kwaad is, waarden en normen

25
Q

waarden

A

iets wat je belangerijk vind

26
Q

normen

A

leefregels

27
Q

rituele, symbolische dimensie

A

rituelen zijn handelingen die we doorheen de tijd steeds blijven doen, structuur aan brengen, verbondenheid

28
Q

sociale of groepsdimensie

A

niet alleen maar samen met anderen, gelovige gemeenschap, zorgt voor verbondenheid

29
Q

wie was paulus

A
  • belangerijke sleutelfiguur voor het christendom
  • hij was eerst een christenenvervolger en daarna een verkondiger van god’s woord
  • hij reist en sticht christengemeenschappen

*hij schreef brieven aan de christenengemeenschappen, hoe zo volgens het geloof konden leven
= handelingen van de apostelen

30
Q

wat was volgens paulus de oorsprong van de deze gaven/kwaliteiten

A

Die is geschnken door god. ze noemt het de gaven van de heilige geest

31
Q

kwaliteiten kunnen elkaar in een groep aanvullen, welk beeld gebruikt paulus om die gedachte te verwoorden

A

het beeld van vele lichaamsdelen die samen het menselijk lichaam vormen

32
Q

waartoe roept paulus de christenen van rome op

A

tot liefdevol samenwerken, bezield door gods geest

33
Q

kan de opdracht sie paulus aan de christenen van rome gaf ook een bron van leven zijn voor ons klas?

A

Als onze klas zich laat leiden door paulus’ oproep om onze talenten ten dienste stellen voor de groep dan is iedereen een puzzelstuk en samen maken wij een mooi puzzel

34
Q

waarom is de godsdienst les zinvol

A

nadenken over het leven en wie we daarin willen zijn

zoeken naar antwoorden op levensvragen

het is een onderdeel van onze cultuur bv. de stichting van katholieke scholen