Thema 1 Flashcards
HC 1-3 + Leerdoelen
Wat is VO2 max
De maximale hoeveelheid zuurstof die het lichaam kan opnemen, transporteren en gebruiken tijden intense fysieke activiteit
Waar is VO2 max een indicatie van
Maat voor de aerobe capaciteit en wordt vaak beschouwd als de beste indicator van cardiovasculaire conditie en uithoudingsvermogen.
VO2max geeft aan hoe efficiënt het lichaam in staat is om zuurstof te gebruiken voor de productie van energie (ATP) tijdens lichamelijke inspanning.
Hoe wordt VO2 max uitgedrukt
De VO2max wordt uitgedrukt in absolute termen als liters per minuut (L/min) of in relatieve termen, aangepast aan het lichaamsgewicht, als milliliter zuurstof per kilogram lichaamsgewicht per minuut (ml/kg/min).
Wat is de fick vergelijking
Wordt gebruikt om VO2 max te meten
VO2 = Q * (a-vO2 verschil)
Waarbij:
- Q staat voor het hartminuutvolume (cardiac output), dat het product is van de hartfrequentie (HR) en
het slagvolume (SV).
- a-vO2 verschil is het verschil in zuurstofconcentratie tussen arterieel en veneus bloed, wat de
hoeveelheid zuurstof weergeeft die door de weefsels wordt opgenomen.
VO2max = SVmax * HRmax * (CaO2 - CvO2)max
Waarbij:
- SVmax = maximaal slagvolume,
- HRmax} = maximale hartfrequentie,
- CaO2 = zuurstofconcentratie in arterieel bloed,
- CvO2 = zuurstofconcentratie in veneus bloed.
Wat is VE
Ventilatievolume: het totale volume lucht dat per minuut in- en uitgeademd wordt. Het wordt uitgedrukt in liters per minuut (L/min). Het is een belangrijke parameter om de ademhalingscapaciteit tijdens rust en inspanning te meten.
VE=TV*f
Waarbij:
- TV = teugvolume (het volume lucht dat per ademhaling in- of uitgeademd wordt),
- f = ademhalingsfrequentie (het aantal ademhalingen per minuut).
Tijdens inspanning neemt zowel het teugvolume als de ademhalingsfrequentie toe, wat leidt tot een verhoogd VE.
Wat is VEmax
VEmax is de maximale hoeveelheid lucht die een persoon per minuut kan ventileren tijdens zware inspanning. Het geeft de maximale capaciteit van het ademhalingssysteem aan en is een indicator van de efficiëntie van de longen om aan de zuurstofvraag te voldoen tijdens fysieke activiteit.
Directe calorimetrie
Directe calorimetrie meet de warmte die door het lichaam wordt
geproduceerd tijdens metabolische processen. Dit wordt gedaan in een afgesloten ruimte waarin de warmteafgifte van het lichaam aan de omgeving gemeten wordt, vaak via de opwarming van een bekend volume water.
Indirecte calorimetrie
Indirecte calorimetrie is de meest gebruikte methode om zuurstofopname (VO2) te meten. Deze techniek is gebaseerd op het principe dat alle energieproducerende reacties in het lichaam uiteindelijk afhankelijk zijn van zuurstofverbruik. De hoeveelheid zuurstof die iemand inademt en de hoeveelheid koolstofdioxide die wordt uitgeademd, wordt geanalyseerd om het energieverbruik te schatten.
3 Soorten indirecte calorimetrie
Gesloten-circuit calorimetrie, Open-circuit calorimetrie en dubble layored water methode
Gesloten-circuit calorimetrie
Bij gesloten-circuit spirometrie ademt de persoon 100% zuurstof
in vanuit een spirometer. De uitgeademde lucht gaat door een
systeem waarin koolstofdioxide wordt geabsorbeerd door middel
van ademkalk. De zuurstofopname wordt berekend op basis van
de volumeveranderingen in de spirometer.
Nadelen:
1. Dit is erg onhandig tijden fysieke inspanning, want moet gebonden blijven aan apparaat
2. Verwijdering van oolstofdioxide trager
dan de productie ervan tijdens maximale inspanning, waardoor
deze methode minder praktisch is voor intensieve inspanning.
Open-circuit calorimetrie
Open-circuit spirometrie is tegenwoordig de meest gebruikte
methode voor het meten van zuurstofopname. De persoon ademt
omgevingslucht in en de uitgeademde lucht wordt geanalyseerd
om het zuurstofverbruik en de koolstofdioxideproductie te berekenen. Dit gebeurt met behulp van moderne gasanalyse-apparatuur die zowel het volume als de samenstelling van de ingeademde en uitgeademde lucht meet.
Dubble labeled water methode
Indirecte methode om het energieverbruik over langere periodes te meten, zonder dat het dagelijkse leven van de persoon wordt verstoord. Hierbij drinkt de persoon water dat verrijkt is met stabiele isotopen van waterstof (2H, deuterium) en zuurstof (18O).
ATPS vs STPD
ATPS = Gasvolumes gemeten bij de omgevingsluchtcondities:
- Temperatuur van de omgeving,
- Druk van de omgeving,
- Verzadigd met waterdamp.
STPD = Gasvolumes onder gestandaardiseerde condities:
- Temperatuur: 273 K (0°C),
- Druk: 760 mm Hg (standaard atmosferische druk),
- Waterdamp: geen (droge lucht).
RQ en RER
RQ meet de verhouding tussen CO2-productie en O2-verbruik op celniveau en weerspiegelt het type voedingsstof dat wordt gemetaboliseerd.
RER daarentegen meet deze verhouding op het niveau van de longen en kan beïnvloed worden door niet-metabole processen zoals lactaatbuffering.
Beide indicatoren zijn waardevol om te begrijpen hoe het lichaam energie produceert en brandstoffen gebruikt onder verschillende fysiologische omstandigheden.
RQ van koolhydraten, vetten en eiwitten + betekenis
Koolhydraten: RQ = 1
voor elke eenheid verbruikte zuurstof een gelijke hoeveelheid koolstofdioxide wordt geproduceerd. Dit duidt op de volledige oxidatie van koolhydraten.
Vetten: RQ = 0,70
Er is meer zuurstof nodig voor
de oxidatie van vetten dan er koolstofdioxide wordt geproduceerd.
Eiwitten: RQ = 0,82