thema 1 Flashcards

1
Q

osso bucco

A

Italië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

chili con carne

A

Mexico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

borsjt

A

rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

moussaka

A

Griekenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tajine

A

Marokko

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

paella

A

Spanje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de consensus

A

algemene overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het patroon

A

iets die herhaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sedentair gedrag

A

beeldschermactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de verzadiging

A

genoeg hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

conserveren

A

bewaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de paternoster

A

gebedssnoer; parels met kruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zelfkastijding

A

je zelf pijn doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aderlating

A

onttrekken van bloed in aders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de argwaan

A

wantrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vermanen

A

waarschuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

jubelen

A

vreugde kreten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de krakeling

A

het koekje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

dwangmatig

A

het moet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

apocalyptisch

A

catastrofaal

21
Q

prestigieus

A

veel mensen hebben er bewondering voor

22
Q

farmaceutisch

A

betrekking hebben met producten van geneesmiddelen

23
Q

vermeend

A

vermoedelijk

24
Q

de boulimie

A

eetstoornis

25
Q

conservatief

A

niet willen veranderen

26
Q

tanorexia

A

altijd willen zonnen

27
Q

de adolescent

A

overgang tussen jeugd en volwassen

28
Q

de preventie

A

het voorkomen van problemen

29
Q

geëxtraheerd

A

gescheiden van een stof uit een mengsel

30
Q

extract

A

oplossing van een bepaald product

31
Q

ongebreideld

A

zonder beperkingen

32
Q

alternatief

A

andere mogelijkheid

33
Q

vermaledijd

A

vervelend

34
Q

de recidivist

A

iemand die dezelfde fout begaat

35
Q

de crimineel

A

een misdadiger

36
Q

crimineel

A

heel goed

37
Q

associëren

A

in verband leggen met

38
Q

barbaars

A

onbeschaafd

39
Q

de executie

A

de uitvoering

40
Q

de sekse

A

het geslacht

41
Q

verbijsterd

A

verbaasd

42
Q

geronnen

A

gestold

43
Q

ontwaren

A

met je ogen waarnemen

44
Q

het gebinte

A

draag constructie

45
Q

de epoque

A

het tijdperk

46
Q

de verachting

A

de vernedering

47
Q

de connotatie

A

gevoelswaarde

48
Q

de denotatie

A

neutrale betekenis