terugblik Flashcards
1
Q
miraculeus
A
verwonderd van zijn
2
Q
grandslamtitel
A
winnaars titel van een tennistoernooi
3
Q
onderspit delven
A
overwonnen worden
4
Q
in extremis
A
op het laatste
5
Q
officieus
A
niet officieel
6
Q
lijflied
A
lied die toont waar je voor staat
7
Q
hallucinant
A
buitengewoon
8
Q
metronoom
A
spelverdeler
9
Q
legendarisch
A
onvergetelijk
10
Q
tabloid
A
de krant
11
Q
tricolore
A
3 kleurige vlag van natie
12
Q
heroïsch
A
alleen voor helden
13
Q
enigszins
A
een beetje
14
Q
illuster
A
beroemd
15
Q
geëvenaard
A
op gelijke hoogte komen
16
Q
teisteren
A
zwaar beschadigd
17
Q
de ravage
A
de pui,hoop
18
Q
immens
A
veel
19
Q
geëvacueerd
A
gedwongen ontruimen
20
Q
aanzienlijk
A
nogal groot
21
Q
solidariteit
A
samenhorigheid
22
Q
judoka
A
beoefenaar in judo
23
Q
ontwaren
A
zien
24
Q
tatami
A
judomat
25
bevestigen
doen wat men verwacht
26
de natie
een land
27
zinderend
spannend
28
kers op de taart
detail die afwerkt
29
citius, altius, fortius
sneller, hoger, sterker
30
de plak
de medaille
31
in lichterlaaie
in brand staan
32
repatriëren
terugkeren
33
bemoedigend
hoop geven
34
frequent
voorkomend
35
intens
hevig
36
existentieel
verband menselijk bestaan
37
reduceren
omlaag brengen