Termen Flashcards
1
Q
Buik
A
Abdomin(o)
2
Q
Zonder leven
A
A/bio
3
Q
Horen
A
Acou/
4
Q
Lichaamsuiteinden (vingers,
tenen, maar ook puntje van neus)
A
Acr(o)
5
Q
Gehoor
A
Acust/ audio/
6
Q
Klier
A
Anden(o)
7
Q
Vet
A
Adip(o)/ lip(o)/ Obes/ steat(o)/
8
Q
Lucht
A
Aer(o)/
9
Q
Niet geen zonder
A
A(n)/
10
Q
Man
A
Andr(o)/
11
Q
Vat bloedvat vaat
A
Angi
12
Q
Krom
A
Ankyl(o)
13
Q
Tegen iets
A
Ant(i)
14
Q
Gewricht
A
Art(h)r(o)/ articul/
15
Q
Slagader
A
Artheri(o)
16
Q
Vet maar algemeen ook brij
A
Ather(o)
17
Q
Oor
A
Aur(i)
18
Q
Zelf eigen
A
Aut(o)/
19
Q
Goed
A
Ben/
20
Q
Leven
A
Bio/
21
Q
Arm
A
Brachi(o)
22
Q
Kort
A
Brachy/
23
Q
Langzaam traag
A
Brady/
24
Q
Wang
A
Bucc(o)/
25
Kanker
Carcin(o)/
26
Hart
Card((i)o)
27
Hals halsvormig orgaan
Cervic(o)/
28
Groen
Chlor(o)
29
Gal
Chol(e/o)/ bili/
30
Kraakbeen
Chondr(i/o)
31
Kleur
Chrom(o)/ chroma/
32
Rib
Cost(o)/
33
Been
Crur/
34
Koud
Cry(o)/ crym(o)/
35
Huid
Cut/ Derm(o)/ dermat(o)/
36
Blauw
Cyan(o)/
37
Blaas
Cyst(o)/
38
Cel
/cyt cyt(o)/
39
Vinger teen
Dactyl(o)/
40
Twee dubbel tweewaardig
Amb(i)/ Di/ dipl(o)/ bis/ bi/
41
Rug
Dors(o)/
42
Pijn
/dynie /algie
43
Moeilijk pijnlijk verkeerd
Dys/
44
Uitsnijding verwijdering
/Ectom/ie
45
Rood
Ery/ erytr(o)/ Ruber/
46
Normaal goed gemakkelijk
Eu/
47
Buiten behalve bovendien
Extra/
48
Eten verslinden
Fag(o)/
49
Geneesmiddel
Farmaco/
50
Keel
Faryng(e/o/a)
51
Bruin
Feo/
52
Buigzaam
Flexi/
53
Angst
/Fob/ie
54
Schimmel zwam
Fung(i)/
55
Plant
Fyt(o)/
56
Zoet verwijzend naar glucose
Gluc(o)/
57
Zoet van lichaamssuiker
Glyc(o)/
58
Kennis wetenschap weten
/gnos(e/ie)
59
Vrouw
gynaec(o)/ gyn(o)/
60
Bloed
/emie h(a)em(a/o)/ hemat(a/o)/ sangui(no)/
61
Lever
Hypat(o)/
62
Zweet
Hydr(o)/ idr(o)/
63
Weefsel
Hist(o)/
64
(lichaams)vloeistof, -vocht
Humor/
65
Water vocht
Hydr(o)/
66
Vochtigheid vocht
Hygro/
67
Te hoog
Hyper/
68
Te laag ( kan ook onder betekenen)
Hyp(o)/
69
Baarmoeder
Hyster(o)/
70
Geneeskunde
/iatrie
71
Toestand van iets
/ie
72
In, binnen of on-, ontkenning
In/
73
Arts, geneesheer
/iater iatr(o)/
74
Ziekelijke toestand
/isme /ismus
75
Ontsteking
/itis
76
Met vocht gevulde blaasje
Kyst(o)/
77
Melk
Lact(o)/
78
Buikwand
Lapar(o)/
79
Strottenhoofd
Laryng(o)/
80
Wit, ongekleurd of wit bloedlichaampje (leuk/o/cyt)
Leuk(o)/
81
(Lichaams)vloeistof
Liquor
82
Lymfe
Lymf(o)/
83
Leer wetenschap kennis
/logie
84
Oplossen losmaken afbraak
/lyse
85
Slecht abnormaal
Mal/
86
Borst (tepel) vrouwelijke borstklier
Mamm(o)/ mast(o)/
87
Opwinding, overdrijving of ziekelijke zucht
/manie
88
Groot vergroting
Mega/ megal(o)/
89
Zwart
Mela/ melan(o)/
90
Membranen (hersen-, ruggenmerg-) vliezen
Mening(o)/
91
Slechts één enkel(voudig)
Mon(o)/ uni/
92
Ziekte
morb(i/o)/ /iasis
93
Dood
Mort(o)/ Necr(o)/
94
Schimmel
Myc(o)/
95
Nieuw
Neo/
96
Voeden
Nutri/
97
Schouder
Om(o)/
98
Tumor gezwel
Onc(o)/ /oom
99
Zien oog
Op/
100
Zicht het zien
/opie
101
Oog kijken onderzoek
/ops(ie)
102
(vaak abnormale) toestand, ziekte
/ose
103
Bot been beenderen
Oste(o) osse(o)/
104
Aandoeningen ziekte
/phatie path(o)/
105
Kind
Ped(o)/
106
Tekort gebrek aan
/penie
107
Verteren
Peps/ pept/
108
Verlamming
/pelgie
109
Adem ademhaling
/pneu
110
Adem lucht levenskracht
Pneum(a/o)/ pneumat(o)/
111
Maken produceren vorming van
/po(i)ëse /poët
112
Veel meerdere vele
Poly/ multi/
113
Oud oudere
Presby/
114
Rectum en/of anus
Proct(o)/
115
Eerst
Prot(o)/
116
Vals schijnbaar onecht
Pseud(o)/
117
Geest
Psych(o)/
118
vuur, warmte, ontstaan van warmte
Pyr(o)/
119
Koorts vuur hitte
Pyret(o)/
120
Hard
Scler(o)/
121
Zien onderzoeken (instrument)
/scoop
122
Onderzoek bekijken (inwendig)
/scopie
123
Lichaam(pje)
/som /soom
124
Lichaam
/somat(o)/
125
nauw, samengedrukt, gecontraheerd
Sten(o)/
126
Borst(kas)
Steth(o)/
127
Mond opening uitmonding
Stom/
128
(Kleine)mond
Stomat(o)/
129
(Nieuw gemaakte) verbinding uitmonding mond
/stomie
130
(Te) snel
Tachy/
131
Bloeddruk
/tensie
132
Behandelen genezen
Therap/
133
Warm warmte
Therm(o)/
134
Snijden snede snijding
Tom/
135
(Chirurgische) insnijding
/tomie
136
Gif giftig giftigheid
Toxic(o)/ tox(i/o)/
137
Groei
/trof(ie/isch)
138
(Bloed)stolsel
Tromb(o)/
139
Urineleider
Ureter(o)/
140
Plasbuis urinebuis
Uretr(o)/
141
Ureum urinestof
Ur(i)/
142
Urine
urin(o)/ /urie
143
Blaas blaasvormig ook blaar
Vesic(o)/
144
Ingewanden
Viscer(o)/
145
Geel
Xanth(o)/
146
Droog droogte
Xer(o)/
