Anatomische plaatsaanduidingen en voorvoegsels Flashcards
af, vandaan, weg van, vanaf, ont- naar toe
Ab(s)/ ad/
Met elkaar verbonden
Adnex/ annex/
voor, voorwaarts (zowel in tijd als ruimte)
Ante/
voor, voorkant, vooraan
Anter(o)/
tegen, tegenover (iets)
Ant(i)/
weg, vandaan, vanaf, ook ‘(af)scheiding’
Apo/
staart, staartzijde
Caud/
gelegen in, betrekking tot het midden
Centr(o)/
rondom
Circum/
met, samen, met elkaar
Con/
tegen(over)gesteld, tegenover
Contra/
hoofd, hoofdzijde
Crani/
weg van, vanaf, minder worden, ont-
De/
ont-
Des/
door, erdoor, dwars door, doorheen
Dia/
verder weg
Dist/
rug, rugzijde (dorsum = rugzijde)
Dors/
buiten, buitenkant, uit
Ect/o
in, binnen, binnenkant, binnenwaarts
En/
binnen, binnenkant, in
End/o
binnen, binnenkant, in
Ent/o
juist boven, oppervlakkig, op, over
Epi/
binnenwaarts, binnenin
Eso/
weg van, buiten, uit, buitenwaarts
Ex/