Oefeningen Flashcards
1
Q
Stukje levend leverweefsel/ staalafname
A
Biopsie
2
Q
Niezen en rillingen voorlopers van verkoudheid
A
Prodromata
3
Q
Schrik om alleen te zijn
A
Autofobie
4
Q
Ziekelijke angst voor monogaam leven
A
Monofobie
5
Q
Overmatig dorst
A
Polydipsie
6
Q
Stof die koorts doet ontstaan
A
Pyrogene stof
7
Q
Koortswerend middel
A
Antipyreticum
8
Q
Geneesmiddel
A
Antibiotica
9
Q
Geen kleurstof
A
Chromofoob
10
Q
Wel kleurstof
A
Chromofiel/e
11
Q
Vernietiging van kleur
A
Chromolyse
12
Q
Vasten
A
Afagie
13
Q
Beschrijving van eigen leven
A
Autobiografie
14
Q
Veel praten babbelzucht
A
Hyperfasie logomanie
15
Q
Moeilijk spraak
A
Dysfasie