Tentamen jaar 2 periode 2

Question 1

Hoe begint de vermogensvergelijking?

Answer 1

Eind balans -/- begin balans

Dit is de mutatie van het ondernemingsvermogen

Question 2

Wat volgt er na de mutatie van het ondernemingsvermogen?

Answer 2

Correcties op de prive stortingen en onttrekkingen, privegebruik auto (art 3.20), forfait ondernemingswoning (art 3.19) en de overige onttrekkingen
Dit is de winst voor fiscale correcties

Question 3

Wat gebeurd er na de fiscale correcties?

Answer 3

De beperkt (art 3.15 en 3.17) en niet aftrekbare kosten (art 3.14 en 3.16) worden bijgeteld.
Vervolgens worden de vrijstellingen van art 3.11 t/m 3.13, daarna de afschrijvingen en afschrijvingsbeperkingen.
Hierna volgen de investeringsaftrek (art 3.40 t/m 3.46) en de desinvesteringsbijtelling (art 3.47).
De afname van de HIR (art 3.54) en KER (art 3.53) wordt bijgeteld, en eventuele toenames worden afgetrokken.
Dit is de WUO voor toepassing FOR

Question 4

Wat gebeurd er na de winst uit onderneming (WUO) voor toepassing FOR?

Answer 4

De toevoeging aan de FOR (art 3.67 t/m 3.73) wordt afgetrokken, en de afname van de FOR (3.70) wordt bijgeteld
Dit is de winst uit onderneming voor ondernemersaftrek.

Question 5

Wat gebeurd er na de winst uit onderneming voor ondernemersaftrek?

Answer 5

De aftrekposten worden toegepast; 
ondernemersaftrek (3.74), 
zelfstandigenaftrek (3.76), 
aftrek speur- en ontwikkeling aftrek (3.77), meewerkaftrek (3.78) 
en de stakingsaftrek (3.79)
Dit is de winst voor MKB vrijstelling

Question 6

Wat gebeurd er na de winst voor MKB vrijstelling?

Answer 6

De MKB Winst-vrijstelling wordt toegepast (3.79a)

Dit is uiteindelijk de belastbare winst uit onderneming (3.2)

Question 7

Wat is de definitie van een onderneming?

Answer 7

Er is sprake van het voldoen aan de volgende eisen

1. Duurzame organisatie in arbeid en kapitaal
2. Deelname aan het economisch verkeer
3. Doel om winst te behalen
4. Winst is redelijkerwijs te verwachten

Question 8

Wat is het urencriterium?

Answer 8

Dit is een criterium waaraan voldaan moet worden door de IB ondernemer om in aanmerking te komen voor de aftrekposten die geboden worden. Er moet minimaal 1225 uur per jaar gespendeerd worden. (art 3.6)

Question 9

Wat mag er maximaal gedoteerd worden aan de FOR?

Answer 9

9,44% van de winst met een max van €9.218 (art 3.68)

Question 10

Hoe wordt het privegebruik van ondernemerswoning en auto bijgeteld?

Answer 10

Door het deel wat prive gebruikt wordt maal het forfait te doen en dit als prive-onttrekking te tellen (art 3.20); en de auto de bijtelling van het percentage (vaak 22%) op te tellen. bij het vermogen (art 3.20)

Question 11

Hoe werken de niet en beperkt aftrekbare kosten?

Answer 11

De niet aftrekbare kosten worden volledig opgeteld bij het ondernemingsvermogen. De beperkt aftrekbare kosten heeft een drempel van €4.700, Of je telt 4700 op, of je rekent 20% toe aan het ondernemingsvermogen van het bedrag wat niet aftrekbaar is. Je kiest altijd de voordeligste. (art 3.15)

Question 12

Wat is het minimale investeringsbedrag van de KIA?

Answer 12

€450,- (3.45)

Question 13

Welke manieren van etikettering zijn er?

Answer 13

Technisch, niet technisch splitsbare woon-werk panden en niet technisch
Technisch = geen keuzevermogen, of 100% prive of 100% zakelijk
Niet technisch = keuze vermogen
Niet technisch splitsbare woon-werk panden = vrij

Question 14

Vermogensetikettering herzieningskeuze, wat houdt dit in?

Answer 14

Dit houdt in dat als er eenmaal gekozen is voor een bepaalde manier van etiketteren, dan blijft dit ook zo. Tenzij er een flinke verbouwing, andere rechtsuitspraak etc plaatsvinden.

Question 15

Waar geld de TBS regeling art 3.91 voor?

Answer 15

Het rendabel maken van vermogensbestandsdelen, het doel hiervan is om belastingontduiking te voorkomen. Wordt gezien als ROW.

Question 16

Welke onderdelen worden ook toegekend aan de ROW waarover belasting betaald dient te worden?

Answer 16

Administratie; totale winstbegrip
Opstellen Balans + Resultaten rekenig
Wel/niet/beperkt aftrekbare bedrijfskosten
Goedkoopmansgebruik
Afschrijving bedrijfsmiddelen
HIR

Question 17

Hoe hoog is de vrijstelling van TBS en waar is dit te vinden?

Answer 17

De vrijstelling is 12%, wat te vinden is in art. 3.99b IB. Deze vrijstelling geldt alleen voor de tbs-regeling van art 3.91 en 3.92 IB. Art 3.90 en 3.91 lid 1c worden hiervoor uitgezonderd.

Question 18

Wat is de Kwijtscheldingswinst-vrijstelling?

Answer 18

Dit is een vrijstelling die op basis van een kwijtschelding op zakelijke gronden wordt gesteld. De winst van een vervallen schuld om het EV te verhogen komt er winst vrij. De winst mag echter niet lager zijn dan de verrekenbare verliezen + negatieve inkomsten box 1 in datzelfde belastingjaar.

Question 19

Welke fiscale reserves kennen we en waar zijn deze te vinden?

Answer 19

Er bestaan 3 reserves, de KER, FOR en HIR. 
Kostenegalisatiereserve (KER) (art. 3.53 IB) gelijkmatige verdeling van kosten en lasten
Herinvesteringsreserve (HIR) (art. 3.54 IB) doorschuiven van boekwinsten op vervangen activa
Fiscale oudedagsreserve (FOR) (art. 3.67 IB) oudedagsvoorziening

Question 20

Wat zijn de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te kunnen komen met de KER?

Answer 20

Om een KER op te kunnen stellen moet er aan de volgende eisen voldaan worden;
Reserve tot gelijkmatige verdeling van kosten en lasten die zich niet jaarlijks voordoen - kosten leiden tot een piek in de uitgaven
Voor redelijkerwijs te verwachten relatief belangrijke bedrijfskosten - niet om uitgaven voor verbetering
Ook in verliesjaren (gelijk bedrag) toevoegen
Reserve moet 100% worden benut - teveel toevoegen aan winst
Grotere uitgave dan KER - extra bedrag ten laste vd winst
Als niet direct is gestart met de reserve, mag dat in een ander jaar niet worden ingehaald - inhaaldotaties zijn niet toegestaan
Met goedkoopmansgebruik en Baksteenarrest - verzuimde dotering kan in volgend jaar worden ingehaald

Question 21

Wat zijn de voorwaarden om een HIR op te stellen?

Answer 21

Er moet:
Stellig voornemen herinvesteren
Binnen max. lopende jaar + 3 jaar
Geen herinvestering - HIR valt vrij = winst
HIR komt in mindering op investeringsbedrag van nieuw (vervangend) bedrijfsmiddel
Resterende boekwaarde van nieuwe actief mag nooit lager worden dan boekwaarde oude actief bedrijfsmiddel (lid 2)

Question 22

Wat houdt “voornemen” in voor de HIR?

Answer 22

Er moet een voornemen zijn om tot herinvesteren over te gaan
Het voornemen dient te bestaan op de balansdatum (uiterlijk 31 december)
Het voornemen hoeft dus niet te bestaan op het moment dat het bedrijfsmiddel wordt verkocht
HIR kan ook worden gevormd als het nieuwe bedrijfsmiddel is aangeschaft voordat het oude bedrijfsmiddel is verkocht

Question 23

Wat is het verschil tussen een duurzaam en niet duurzaam afschrijvingstermijn?

Answer 23

Een duurzaam afschrijvingstermijn is langer dan 10 jaar afschrijven, een niet duurzaam afschrijvingstermijn is een periode van max 10 jaar. Dit ziet voornamelijk op de HIR en bedrijfsmiddelen.

Question 24

Hoe verloopt het afwikkelen van de HIR?

Answer 24

HIR moet worden opgeheven uiterlijk in het derde jaar na het jaar van winstrealisatie
Is niet tijdig tot herinvesteren overgegaan, dan wordt de HIR toegevoegd aan de winst
Is tijdig tot herinvesteren overgaan dan moet HIR worden afgeboekt op nieuwe investering
Gevolg is dat de afschrijvingsgrondslag van het nieuwe bedrijfsmiddel lager wordt
Bij de HIR is geen sprake van een vrijstelling, maar van een verschuiving van de winst

Question 25

Wat is staken?

Answer 25

Alle gevallen waarin iemand (gedeeltelijk) ophoudt winst uit onderneming te genieten:

1. verkoop
2. liquidatie
3. overlijden
4. emigratie
5. ontbinding huwelijks gemeenschap

Question 26

Wat is het gevolg van staken?

Answer 26

Het afrekenen over stille reserves + goodwill + desinvesteringsbijtelling + fiscale reserves (KER/HIR/FOR) = stakingswinst

Question 27

Welke stakingsfaciliteiten zijn er allemaal?

Answer 27

Stakingsaftrek (art. 3.79 IB)
Once in a lifetime per ondernemer voor één of meer ondernemingen die de ondernemer geheel staakt
Lid 3: bij geruisloze overname en binnen 3 jaar staken - geen stakingsaftrek
Doorschuifregelingen = niet afrekenen (art. 3.59 en art. 3.62 t/m art. 3.65 IB)
Lijfrentepremie-aftrek FOR (art. 3.128 IB)
Lijfrentepremie-aftrek stakingswinst (art. 3.129 IB)

Question 28

Wat houdt de stakingswinst in?

Answer 28

De stakingswinst is een bedrag wat uitkomt uit: reserves + goodwill + desinvesteringsbijtelling + fiscale reserves (KER/HIR/FOR)

Question 29

Hoe bereken je de belaste stakingswinst?

Answer 29

Door de stakingswinst min de stakingsaftrek te doen. (Art 3.79)

Question 30

Wat is de totale winst uit staken?

Answer 30

De periode winst - de winst van het betreffende boekjaar van het jaar van staken - plus de belaste stakingswinst.

Question 31

Wat is de doorschuifregeling?

Answer 31

Het doorschuiven van een fiscale claim naar de toekomst zodat er later afgerekend moet worden

Question 32

Waar ziet de doorschuifregeling op?

Answer 32

Het ziet op de fiscale claim waarbij de nieuwe ondernemer mogelijk het volgende in ontvangst kan nemen

1. Overlijden van de ondernemer (3.58 en 3.62)
2. Ontbinding huwelijksgemeenschap (3.59)
3. Overdracht aan mede-ondernemers (3.63)
4. Inbreng IB onderneming in NV of BV (3.65)

Question 33

Wat houdt staking met geruis in?

Answer 33

Dit houdt in dat er wordt afgerekend bij het staken; Voordeel: activa tegen waarde economisch verkeer op de balans, waardoor meer valt af te schrijven
Nadeel: aanslag op liquide middelen als de stakingsfaciliteiten niet toereikend blijken te zijn

Question 34

Wat houdt staking zonder geruis in?

Answer 34

Dit houdt in dat er niet wordt afgerekend, er wordt doorgeschoven bij het staken; Zoals inbreng in bv/nv
Voordeel: geen aanslag op liquide middelen
Nadeel: verder gaan met de balans van de vorige ondernemer met als gevolg minder afschrijven

Question 35

Wat zijn de voorwaarden van geruisloos doorschuiven?

Answer 35

Op basis van art 3.63 moet er voldaan worden aan;
Voorwaarden voor overdracht aan derde/voorzetter:
Minimaal 36 maanden medeondernemer (lid 4) of
Minimaal 36 maanden werknemer (lid 5)
Gezamenlijk verzoek “oude” ondernemer en voorzetter
Verkorting 3-jaarstermijn art. 13a Uit. reg.
Voorwaarden: het samenwerkingsverband moet reeds bestaan en de belastingplichtige/overdrager wordt bijvoorbeeld ziek of gaat failliet of overlijdt…
Overdracht aan partner FOR overdragen (lid 7)