Tentamen 6 Flashcards

1
Q

relatieve overleving

A

overleving patiënten met kanker gecorrigeerd voor overleving van mensen in algemene populatie die dezelfde karakteristieken hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke factoren beïnvloeden toxisch effect

A

dosis
vorm
duur blootstelling
interindividuele verschillen in gevoeligheid
moment dag van blootstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is voordeel van hele genoom sequencen ipv alleen exonen

A

niet alle oncogene mutaties liggen in exonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

spectrale karyotypering

A

voor elk chromosoom worden specifieke proces met verschillende kleuren fluorescente markers. Hiermee aankleding karyogram, ieder chromosoom andere kleur, die met fluorescente microscoop waar te nemen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onrijpe voorlopers:
> chromatine
> nucleoli
> cytoplasma

A

> relatief open
duidelijk zichtbaar
basofiel-neutrofiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rijpe voorlopers
> chromatine
> nucleoli
> cytoplasma

A

> relatief gesloten
niet duidelijk zichtbaar
neutrofiel-acidofiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 mogelijke veranderingen in circadiane klok bij tumorcellen

A

verlies circadiane klok
circadiane klok intact en gekoppeld aan celcyclus, maar reageren niet meer op klok synchroniserende prikkels
circadiane klok intact, maar ontkoppeld aan celcyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

locomotie

A

laatste sap bij aantasten en doorbreken basaalmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke adenomen zijn voorafgaand aan colontumoren

A

tubulo villeus adenomen > meestvoorkomens en KRAS mutatie
sessiele adenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tumordormancy

A

lange periode tussen metastaseren en vervolgen uitgroeien van deze uitzaaiingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

grenzen gezondheidszorg

A
  1. wat kan wel en wat kan niet gezondheidszorg genoemd worden
  2. ethisch wel en niet toelaatbaar
  3. effectieve en niet-effectieve zorg
  4. financierbare en niet-financierbare zorg
  5. grondwettelijke zorg van overheid tot bevordering gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerken klonale hematopoiese

A

in gezonde bevolking
vooral bij ouderen
zelfde mutaties als bij hematologische mutaties
mutaties geven groeivoordeel aan stamcellen
verhogen kans op hematologische maligniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kanker-immuuncyclus

A
  1. vrijkomen tumor antigeen
  2. migratie dendritische cellen
  3. presentatie tumor antigeen
  4. migratie CD8+ T-lymfocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

maatregelen om tumor te bestralen

A

optimale positionering
hypofractionering
bestraling met protonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt ICER berekend?

A

De ICER wordt berekend als het verschil in kosten tussen twee behandelingen gedeeld door het verschil in effectiviteit tussen die behandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het gevolg van remming polymerisatie van actine

A

zorgt ervoor dat cellen meerdere kernen zullen gaan bevatten

17
Q

non-disjunctie

A

chromosomen worden tijdens celdeling niet goed verdeeld

18
Q

hoe veel genen moeten muteren bij tumorsuprressor gen? en hoeveel bij Proto-oncogen?

A

tumorsuprressor: 2
Proto-oncogen: 1