Temperatuur Flashcards

1
Q

Normale lichaamstemperatuur

A

± 36,7 °C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

homeostase

A

Warmteontwikkeling en afgifte op elkaar afgestemd (binnen nauwe grenzen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Warmteproductie

A

energie komt vrij bij celstofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normale of fysiologische schommelingen (6)

A

-‘s morgens lagere temperatuur dan ‘s avonds
-Geslacht: bv. menstruatiecyclus vrouw
-Leeftijd:
>Baby’s: gevoelig voor omgevingsT
>Ouderen: vermindering perifere circulatie -> minder in staat zich aan te passen aan de veranderde T van de omgeving
-Lichamelijke inspanning
-Voeding: verhoogt de stofwisselingssnelheid
-OmgevingsT en vochtigheidsgraad van de lucht
>Hoge vochtigheidsgraad: lichaamsT stijgt snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pathologische schommelingen

A

Hyperthermie

Hypothermie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hyperthermie - wanneer

A

Boven de 38 °C

  • Koorts - verdediging tegen vreemde indringers.
  • Koorts is een signaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hyperthermie - oorzaken

A
  • Bacteriële koorts: veroorzaakt door bacteriële, toxische stoffen…
  • Resorptiekoorts: veroorzaakt door afbraakproducten van eigen lichaam
  • Centrale koorts: veroorzaakt door stoornissen in de hersenen
  • Stoornis in de warmteafgifte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hyperthermie - Koortsstadia (3 fasen)

A

1 Periode van koude rilling: temperatuur stijgt
2 Koortsverloop: temperatuur blijft gelijk
3 Daling van de temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hyperthermie - Koortsstadia

1) Periode van koude rilling (wat, gevolgen)

A
  • > warmteproducerende mechanismen.
  • Koude rilling (= spiercontractie).
  • Ontstaan van kippenvel: lichaamsbeharing staat overeind -> laag isolerende warme lucht tussen de rechtopstaande haren.
  • Vasoconstrictie: bloed vanuit periferie wordt weggetransporteerd -> warmteverlies beperken.
  • Transpiratie valt uit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hyperthermie - Koortsstadia

2) Koortsverloop (wat, gevolgen)

A

-> temperatuur blijft gelijk
Temperatuur heeft hoogste peil bereikt: evenwicht tussen warmteproductie en warmteverlies
Gevolgen:
* hogere stofwisselingssnelheid (meer O2 en voedingsstoffen nodig)
* verhoogde ademhaling (dorst, uitdroging lippen)
* spijsverteringsstoornissen (geen eetlust, vermagering)
* huid (warm, glazende ogen, licht roodheid)
* gevoel (pijn, ziek-zijn)
* centraal zenuwstelsel (soms delirium/halucinaties -> verwardheid, soms agressief, bij kinderen: convulsies of stuipen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hyperthermie - Koortsstadia

3) Daling van de temperatuur

A
  • Oorzaak van de verhoogde lichaamsT is weggenomen.
  • Warmteproducerende mechanismen stoppen
    • vasodilatatie: uitzetting van de oppervlakkige bloedvaten -> warmteverlies en rood, gevoel van warmte.
    • hevige transpiratie (!! Veel vochtverlies: gevaar voor dehydratatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hypothermie (wanneer, oorzaken)

A
  • Lichaamstemperatuur minder dan 35 – 36 °C
  • Volledige verzwakking (minder weerstand tegenover ziekten)
    Oorzaken:
  • Overdreven afkoeling
  • Ontoereikende voeding:
    * daling stofwisseling: minder warmteproductie
    * atrofie (verschrompeling) isolerende vetlaag -> meer warmteverlies
  • Letsels van het centrale zenuwstelsel
  • Endocriene stoornissen
  • Shocktoestanden
  • Toxische stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kunnen we als verpleegkundige doen bij de 1s fase van hyperthermie.

A

Eerste fase: koude rilling, t° stijgt.

  • Toevoeren van warmte: dekens, warmwaterkruiken, warme dranken.
  • Patiënt rilt niet meer: temperatuur en polsslagopname
  • Hoge temperatuur: dokter verwittigen, medicatie op voorschrift (antipyretica).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kunnen we als verpleegkundige doen bij de 2s fase van hyperthermie.

A

Tweede fase: koortsverloop, stabiele t°.

  • Dekens wegnemen
  • Aangezicht en handen verfrissen met koud water
  • Zorg voor mond en lippen (cf. uitdroging)
  • Verstrekken van frisdranken (water)
  • Rust respecteren
  • Koude kompressen (kalmerende invloed)
  • Morele steun geven
  • Koortsdelirium: zorgvuldig bewaken, mag niet uit bed komen, zou zich bezeren
  • Controle T, P, AH en urine
  • Eventueel Ijszakken in liesplooi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kunnen we als verpleegkundige doen bij de 3s fase van hyperthermie.

A

Derde fase: koortsdaling, t° daalt

  • Observatie: alle Parameters. Zweetdruppels, voelt warm aan.
  • Zweet wegnemen, verfrissen
  • Dekens verversen!
  • Voldoende vocht geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kunnen we als verpleegkundige doen bij hypothermie?

A

Alg: steeds observaties van parameters (P, BD, T, AH, kleur, bewust zijn)

  • Causale therapie
    • Ziekte behandelen
    • Afkoeling voorkomen
    • Goede voedingstoestand
  • Symptomatische behandeling
    • Progressief opwarmen
    • Toedienen van analeptica (voorschrift)
17
Q

Opname van de lichaamstemperatuur - Tijdstip van opname

A
  • Door behandelende geneesheer aangegeven of werkelijk noodzakelijk
  • ZH: 2x/d (‘s morgens en ‘s avonds)
  • Steeds op hetzelfde uur
  • Toestand patiënt (slecht of grote schommelingen): continu meten.
  • Abnormaal laag of hoog: opnieuw meten
18
Q

Plaatsen van temperatuuropname

A
  • > Via slijmvliezen:
    - Rectaal
    - Oraal
  • > Via de periferie
  • > De oorthermometer
  • > Andere (vb. voorhoofdthermomether)
19
Q

Plaatsen van temperatuuropname - Rectaal

A

Indicaties: zuigelingen, comateuze patiënten, magere patiënten, ouderen …
Tegenindicaties: woelige en onrustige patiënten, aambeien, rectale pathologieën …

20
Q

Plaatsen van temperatuuropname - Oraal

A

Indicaties: thuis, meewerkende patiënt
Tegenindicaties: na warme of koude dranken, pathologie thv de mond of slijmvlies …

21
Q

Plaatsen van temperatuuropname - Via de periferie

A

-> Axillair
Indicaties: frequent uitvoerbaar
Tegenindicaties: magere patiënten, kleine kinderen, ouderen (huid minder doorbloed)…
-> Inguinaal
Indicaties: oudere patiënten, bedlegerige patiënten …
Tegenindicaties: smetten, afwezigheid van huidplooi

22
Q

Plaatsen van temperatuuropname - oorthermometer

A

Indicaties: alle leeftijden
Tegenindicaties: abnormaliteiten thv de gehoorgang

23
Q

opname van de lichaamstemperatuur - Aandachtspunten.

A
  • In nabijheid van patiënt geen warmte- of koudebron aanwezig
  • Tijdens opname ter plaatse blijven (onbetrouwbare, onbewust, onrustige patiënten en kinderen)
  • Persoonlijke thermometer bij besmette patiënten
  • Thermometer na gebruik ontsmetten
  • Gebruik maken van wegwerpbeschermhoesje
  • Indien kwikthermometer: afslaan
  • Afwijkende temperatuur duidelijk melden (mondeling en schriftelijk: omcirkelen).